P2 - week 3.1 Rousseau + Schumpeter

Leerdoelen deze week
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat directe democratie volgens Rousseau de juiste manier is om vrij en autonoom te zijn in een samenleving.
  

4) Ik kan uitleggen en evalueren dat Schumpeter democratie opvat als markt.
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Leerdoelen deze week
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat directe democratie volgens Rousseau de juiste manier is om vrij en autonoom te zijn in een samenleving.
  

4) Ik kan uitleggen en evalueren dat Schumpeter democratie opvat als markt.

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Maak de vragen bij 3.2
1) Het verlies aan vrijheid door te gehoorzamen aan wetten in het sociale contract wordt vergeleken met het verlies aan geld bij het kopen van een winnend lot. Wat wil deze vergelijking duidelijk maken?
2) Wat is Rousseaus antwoord op de anarchistische uitdaging?
3) hoe beschermt het sociaal contract je zowel tegen onderdrukking van anderen als tegen de grillen van je eigen stemming? 

Slide 2 - Tekstslide

1) ons gedrag wordt in een samenleving niet meer door onszelf bepaald doordat we jaloers zijn, concurrentie met de ander. Geen eigen voortbestaan +  empathie meer. 
2) erkenning dat we een klein beetje af staan, om er veel meer voor terug te krijgen. Niet langer jaloezie en concurrentie met de ander.
3) directe democratie leidt wel tot vrijheid want via de algemene wil leven onder wetten die we onszelf gesteld hebben (autonoom dus)
4) wetten gelden voor iedereen dus gelijkheid dus geen onderdrukking, wetten dwingen je tot autonomie dus tegen eigen voorkeuren. 
denkvragen
Volgens Rousseau kun je vrij zijn ook al moet je iets doen wat je op dat moment niet wil. Je kunt gedwongen worden vrij te zijn. Ben je het daarmee eens? 

Vergelijk de algemene wil met Plato's opvatting over morele kennis. Wat valt op?

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sociaal contract bij Rousseau
is directe democratie die de algemene wil volgt.
Voordelen:
  1. beschermt tegen onderdrukking want verplichtingen en rechten gelden voor iedereen (dus gelijkheid).
  2. zorgt voor autonomie (ook als je oneens bent) want je bent deel van de wetgevende macht en wordt beschermd tegen eigen grillen..


Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voorwaarden werkende democratie
  • Mensen moeten goed geïnformeerd zijn
  • geen overleg
  • persoonlijke voorkeuren moeten aan de kant geschoven.
  • geen unanimiteit, wel uniformiteit

welke is het meest problematisch? waarom?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leidt democratie tot vrijheid?
Nozick: Democratie is slavernij.
Rousseau: Directe democratie bevrijdt de mens van slavernij.
Schumpeter: 
We zijn vrij om te kiezen in een comptetitie. Niks meer en niks minder.
Gutmann & Habermas:
Door gesprek en debat zijn we vrij in een democratie.

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schumpeter:
=

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht:
Stel je voor dat je bij een marketingbedrijf werkt. Je wordt gevraagd om advies te geven om aan een nieuwe politieke partij die meedoet aan de Tweede Kamerverkiezingen. 
1) Bedenk minstens 3 overeenkomsten tussen de manieren waarop merken en politieke partijen je proberen te verleiden.
2) Geef de partij een naam en bedenk 3 adviezen die je de partij zou geven om stemmen te winnen.  

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen deze week
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat directe democratie volgens Rousseau de juiste manier is om vrij en autonoom te zijn in een samenleving.
  

4) Ik kan uitleggen en evalueren dat Schumpeter democratie opvat als markt.

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Begrippen deze week
Rousseau
  • unanimiteit
  • uniformiteit

Schumpeter
  • democratie als markt
  • vrijheid in een democratie

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Voordelen van zijn visie
Voorwaarden voor een werkende democratie
Democratiën onderscheiden van schijndemocratiën
verklaart rol van leiderschap
verklaart concurrentiestrijd
realistisch beeld van vrijheid in democratie
kundige kandidaten
zeggenschap politici  beperken
uitgebreid ambtenarenapparaat
tolerantie
Democratie als markt

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Opdracht
Lees 3.3 'Schumpeter: democratie als markt', p.89 t/m 97
Maak de volgende vragen:
1) wat is Schumpeters bezwaar tegen Mill en Rousseau?
2) noem de vier voordelen die Schumpeters opvatting van democratie heeft. 
3) waarom is Schumpeters opvatting van de democratie minder idealistisch dan die van Mill en Rousseau?
1) wat is Schumpeters bezwaar tegen Mill en Rousseau?
2) waarom is Schumpeters opvatting van de democratie minder idealistisch dan die van Mill en Rousseau?
3) wat verstaat Schumpeter onder vrijheid? Is er volgens jou hiermee ook sprake van vrijheid?
4) Met Schumpeters analyse kun je zowel verklaren dat politici in ochtendshows over hun liefdesleven vertellen als de reden dat politici willen scoren met oneliners of controversiële uitspraken. Leg uit hoe.
Vragen

Slide 12 - Tekstslide

1) algemeen belang bestaat niet. Zelfs als we rationeel zouden zijn.
2) =descriptief ipv normatief
3) competitie. vrijheid om te kiezen en vrijheid om deel te nemen. Nauwere opvatting van vrijheid.
4) aandacht, herkenbaarheid, likeability via media. Dat helpt de wedstrijd winnen.
Leerdoelen deze week
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat directe democratie volgens Rousseau de juiste manier is om vrij en autonoom te zijn in een samenleving.
  

4) Ik kan uitleggen en evalueren dat Schumpeter democratie opvat als markt.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Huiswerk
Maak de vragen af en lever ze digitaal in.

Woensdag 1 dec: SO over hoofstuk 3.

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies