P4 - Quiz H3+4

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


Welk begrip hoort erbij?
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
FilosofieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


Welk begrip hoort erbij?

Slide 1 - Tekstslide

Een ander woord voor overeenstemming.

Slide 2 - Open vraag

Jezelf de wet stellen, jezelf regeren

Slide 3 - Open vraag

Als iedereen het bij een besluit eens is met het besluit (zonder dat overleg noodzakelijk is).

Slide 4 - Open vraag

Het opvolgen van een meester of de staat.

Slide 5 - Open vraag

Schumpeters opvatting van democratie:

Slide 6 - Open vraag

Weinig (sociaal-economische of culturele) verschillen tussen burgers. Tegenovergestelde van diversiteit.

Slide 7 - Open vraag

Overal waar we als burger aanwezig zijn en met andere (ook onbekende) burgers te maken hebben.

Slide 8 - Open vraag

Een staat waarin religie wel is toegestaan, maar enkel privézaak is.

Slide 9 - Open vraag

Delen van de samenleving waaraan niemand zich kan onttrekken: politieke instituties, het juridische systeem, de economie en de opvoeding.

Slide 10 - Open vraag

Ethiek waarbij de waarden bepaald zijn door een autoriteit buiten de mens zelf, bijvoorbeeld door een God.

Slide 11 - Open vraag

Verschillende groepen kunnen om verschillende redenen met dezelfde liberale en democratische wetten instemmen.

Slide 12 - Open vraag

Alle mensen hebben het recht te leven zoals zij goed achten, ook als zij een heteronome keuze maken.

Slide 13 - Open vraag

Ethiek waarbij de mens zijn eigen waarden bepaalt op basis van zijn rationaliteit.

Slide 14 - Open vraag

Een staat die geen wetten heeft die een bepaalde voorkeur laten blijken voor een bepaalde manier van leven.

Slide 15 - Open vraag

Opvatting dat je niet onafhankelijk van je achtergrond kan oordelen. Mensen zijn gevormd door de gemeenschap waarin ze leven en daarvan afhankelijk.

Slide 16 - Open vraag

Leerdoelen deze week
1) Ik kan Dahls opvatting dat democratie een vrije uitwisseling van gedachten en ideeën nodig heeft uitleggen, vergelijken en bekritiseren.


2) Ik kan uitleggen wat de paradox van de bescherming van vrijheid en gelijkheid is, met een voorbeeld van een verbod op politieke partijen die de democratie willen afschaffen.
3) Ik kan uitleggen en evalueren dat volledige vrijheid van meningsuiting volgens Mill in het algemeen belang van de democratie is.
4) Ik kan uitleggen en evalueren dat de vrijheid van meningsuiting in een democratie volgens Parekh moet worden beperkt.


Welke filosoof hoort erbij?

Slide 17 - Tekstslide

Leven in een democratie is als leven als slaaf onder een meester.

Slide 18 - Open vraag

Vrijheid in een democratie is niet meer dan een open competitie om stemmen en macht.

Slide 19 - Open vraag

In een directe democratie herwin je de vrijheid terug die je in de natuurtoestand had.

Slide 20 - Open vraag

Niet stemmen maar overleg moet de kern van democratie zijn.

Slide 21 - Open vraag

Absolute neutraliteit in de publieke ruimte is noodzakelijk in een democratie.

Slide 22 - Open vraag

Neutraliteit is niet alleen onmogelijk, het is ook onwenselijk.

Slide 23 - Open vraag

Er is politieke autonomie, maar binnen de basisstructuren van de samenleving moeten we streven naar overlappende consensus.

Slide 24 - Open vraag