Mens en Gezondheid voeding per geloofsovertuiging en afval scheiden

Mens en Gezondheid:
voeding per geloofsovertuiging en 
afval scheiden
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens en gezondheidMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Mens en Gezondheid:
voeding per geloofsovertuiging en 
afval scheiden

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoelen:
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen:

1. Per geloof de bijbehorende voedselvoorschriften benoemen.
2. Benoemen welk soort afval behoort bij welk afvalbak.
3. Het verschil benoemen van vegetariërs en veganisten.

Slide 2 - Tekstslide

Klassikale vraag:
Verschillende geloven en voeding:
wat mag wel of wat mag niet per geloof?

Slide 3 - Open vraag

Voedingsgewoonten van mensen verschilt per persoon en leefstijl, denk aan het willen eten van biologische producten, ongezond eten (fastfood) of geen vlees willen eten etc.  


Voedingsgewoonten kunnen te maken hebben met verschillende aspecten, namelijk: 
  • leefstijl (biologisch, gezond/ongezond, vegetarisch etc.)
  • mensen die last hebben van voedselovergevoeligheden (intoleranties of allergieën).
  • geloof (religie)

Slide 4 - Tekstslide

Religie en voedselvoorschriften
Boeddhisme: Geen vlees. Liever geen knoflook, ui en prei. Geen alcohol en andere verslavende middelen.
Christendom: Geen voedselvoorschriften en vroeger werd er op vrijdag geen vlees gegeten. 
Hindoeïsme: Liever geen vlees en ei, vooral geen koeienvlees.
Islam: Geen varkensvlees en vlees van dieren die zelf dieren eten. Ook moet vlees volgens ritueel geslacht zijn en geen alcohol en andere verslavende middelen. 
Joodse geloof: Geen varkensvlees en schaaldieren. Het eten moet koosjer zijn, vlees en melkproducten mogen niet samen bereid worden en vlees volgens ritueel geslacht zijn.

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Link

Wat is een vegetariër?
A
iemand die veel vis eet.
B
iemand die kipnuggets, vissticks en ei eet.
C
iemand die geen vlees, vis, gevogelte, schaal- en schelpdieren eet.

Slide 7 - Quizvraag

Voedselvoorschriften:
vegetariërs en veganisten 
Vegetariërs: eten geen vlees, gevogelte, vis, schaal- en schelpdieren en producten waar dierlijke onderdelen in zitten.
Veganisten: eten dat ook niet en ze eten ook geen producten die door dieren gemaakt zijn, zoals melk, kaas, honing of ei. 

Slide 8 - Tekstslide

Doen:
Het is de bedoeling dat:
  • Maak een tweetal, kies uit de verschillende voedselvoorschiften de juiste uit en beschrijf deze in de bijbehorende tabel van de religie(s).
  • Ben je klaar? Dan laat je dit zien aan de docent en wacht je rustig tot alle andere leerlingen ook klaar zijn. 

Slide 9 - Tekstslide

Klassikale vraag:
Afval scheiden


Scheiden jullie thuis afval? zoja, waar let je dan vooral op?

(Graag vingerss... :)) 

Slide 10 - Tekstslide

Scheiden van afval:
Tijdens en na het koken ontstaan er verschillende soorten afval, zoals: schillen, verpakkingen (plastic, blik, karton, glas etc.) restjes van bereid eten

Het is goed voor het milieu om dit afval te scheiden en niet allemaal in dezelfde afvalbak te gooien. 

Door afval te scheiden kunnen de grondstoffen ook herbruikt worden, bijvoorbeeld: 
  • Glas weer glas te maken.
  • Voedsel weer compost te maken, die zorgt dan dat planten beter gaan groeien. 

Slide 11 - Tekstslide

GFT= Groente, Fruit en Tuinafval.
PMD= Plastic, Metaal en Drinkpakken.
KCA= Klein Chemisch Afval.

Slide 12 - Tekstslide

Doen:
Het is de bedoeling dat:
  • Maak een tweetal, sleep de bijbehorende afbeeldingen bij de categorie: glas, GFT-afval, papier, PMD-afval, textiel en/of KCA-afval.
  • Ben je klaar? Dan laat je dit zien aan de docent en wacht je rustig tot alle andere leerlingen ook klaar zijn. 

Slide 13 - Tekstslide

Lesdoelen: 
Aan het einde van de les kunnen de leerlingen:

1. Per geloof de bijbehorende voedselvoorschriften benoemen.
2. Benoemen welk soort afval behoort bij welk afvalbak.
3. Het verschil benoemen van vegetariërs en veganisten.

Slide 14 - Tekstslide