Er kwam een totale manier van leven voor de mensen. Er ontstond een
landbouwsamenleving.
1. Mensen gaan leven van de landbouw: produceren hun eigen voedsel ipv zoeken.
2.Mensen gaan op een vaste plaats wonen. in stevige huizen.
Er kwam ook een risico mee met het landbouwen. De oogst kon mislukken en zo kon er een hongersnood ontstaan. Slimme boeren bedachten dat er voorraadpotten moesten komen voor dit soort tijden. Ook maken ze het landbouwen makkelijker door nieuwe werktuigen.