Strijd om de macht
Welk verdrag werd in 843 afgesloten? Het Verdrag van ...
A
Verdun
B
Versailles
C
Veron
D
Varden
1 / 22
Onderdelen in deze les
Welk verdrag werd in 843 afgesloten? Het Verdrag van ...
A
Verdun
B
Versailles
C
Veron
D
Varden
Slide 1 - Quizvraag
Wat waren de problemen met het leenstelsel?
A
De koning kreeg meer macht hierdoor
B
De leenmannen waren niet meer trouw
C
Zwakke koningen
D
De leenmannen waren heel trouw
Slide 2 - Quizvraag
De lenen werden...
A
erfelijk
B
niet erfelijk
Slide 3 - Quizvraag
Het gevolg was dat de feodaliteit zorgde voor een ...
A
versnippering van grond en gezag
B
betere verbinding tussen graaf en koning
Slide 4 - Quizvraag
Op welke manier krijgt Frankrijk een andere koning?
A
De kroonvazallen kiezen iemand onder hen tot koning
B
Het volk kiest een nieuwe koning uit de adel
C
Ze zoeken een prins uit Duitsland
D
Ze willen geen nieuwe koning, maar kiezen een president
Slide 5 - Quizvraag
Wat is het gevolg van de koning die een primus inter pares is?
A
De kroonvazallen luisteren goed naar hem
B
De kroonvazallen trekken zich niets aan van hem
C
De koning heeft heel veel macht
D
De koning heeft weinig macht
Slide 6 - Quizvraag
Op welke manier probeerden graven nog hun macht uit te breiden?
A
Grondgebied kopen
B
Afdreigen
C
Huwelijkspolitiek voeren
D
Onderhandelen
Slide 7 - Quizvraag
Welk probleem veroorzaakt dit voor de koning?
Slide 8 - Open vraag
Moeilijkheden Willem?
Slide 9 - Woordweb
Wat was GEEN koninklijk recht?
A
Handel drijven
B
Besturen
C
Recht spreken
D
Belastingen innen
Slide 10 - Quizvraag
Het gevolg hiervan was...
A
koning besliste alles, graven voeren uit
B
graven krijgen meer macht
C
graven luisteren trouw naar koning
D
graven krijgen juist minder macht
Slide 11 - Quizvraag
Welk mensen stelt de koning aan?
A
Schepenen
B
Schout
C
Ambachten
D
Ambtenaren
Slide 12 - Quizvraag
Is er een voordeel voor de koning?
A
Ambtenaren luisteren zeker niet naar hem
B
Ambtenaren zijn niet zo verstandig als edellieden
C
Ambtenaren krijgen salaris dus zijn koning trouw
D
Edellieden krijgen zo meer macht
Slide 13 - Quizvraag
Wat doet de koninklijke rekenkamer?
A
Controleert de belastingen
B
Geeft het geld van de staat uit
C
Controleert of de koning niet teveel geld uitgeeft
D
Controleert de boekhouding van de adel
Slide 14 - Quizvraag
Wat doet de centrale koninklijke rechtbank?
A
koning i.p.v. heer beslist nu over criminelen
B
stelt de wetten op en bepaalt straffen
C
controleert of de koning zich aan de wet houdt
D
i.p.v. de heer gaan rechters oordelen over criminelen
Slide 15 - Quizvraag
Wat was de 'common law'?
A
Wetten die voor het volledige land golden
B
Elk graafschap heeft zijn eigen wetten
C
Wetten enkel voor het volk, niet voor de adel
D
Wetten beslist door de graaf
Slide 16 - Quizvraag
Wat zou een gevolg zijn van deze centralisatie door de koning?
Slide 17 - Open vraag
De koning wordt verplicht tot het vormen van een...
A
regering
B
parlement
C
rechterlijke macht
D
staat
Slide 18 - Quizvraag
Wie zit in dat parlement?
A
Adel
B
adel en clerus
C
derde stand
D
de drie standen
Slide 19 - Quizvraag
Wie vertegenwoordigt de derde stand?
A
Burgerij steden (rijkst)
B
boeren (grootste groep)
C
ambachtslieden (bekwaamst)
D
alle drie
Slide 20 - Quizvraag
Toestemming voor?
Slide 21 - Woordweb
Hoe noemen wij zo een document als de Magna Carta?
A
Wetboek
B
Oorkonde
C
Grondwet
D
Bijbel
