DLW 22-09-20 Voorbereiden kennisexamens + amo's + astma&copd

Asmta & copd  + casus amo  
voorbereiden kennisexamens
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
BSP apothekersassistentenMBOStudiejaar 3

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 180 min

Onderdelen in deze les

Asmta & copd  + casus amo  
voorbereiden kennisexamens

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Programma & Lesdoelen  

  • Vragen van jullie???
  • Astma & copd
  • Casus amo gesprek
  • Voorbereiden kennisexamen

Lesdoelen:
- De theorie rondom astma & copd is opgefrist
- Je weet op welke wijze je een amo- gesprek kunt voorbereiden
- Je hebt geoefend met casussen voor de kennisexamens



 

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe zat dat ook alweer met die neurotransmitters en receptoren, welke namen hebben deze?

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 7 - Tekstslide

Alpha kan onderverdeeld worden in 𝜶1 en 𝜶2
Bèta kan onderverdeeld worden in 𝛃1, 𝛃2 en 𝛃3
De bijnieren produceren adrenaline, dit heeft gelijke werking als noradrenaline, bindt zich dus aan adrenerge receptoren en activeert sympaticus.
Juiste combi nodig voor overdracht.

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

 Astma is een ontsteking van de longen.
COPD = Chronic Obstructive Pulmonary Disease (chronische obstructief long ziekte). Verzamelnaam voor de longziekte chronische bronchitis en lonfemfyseem. De luchtwegen zijn blijvend ontstoken, niet meer te herstellen =irreversibel.



-  Benauwdheid, piepen, hoest
-  Pollen, huisstofmijt, parfum, kou, inspanning
- Histamine komt vrij
-  Klachten in aanvallen 
-  Herstel
-  Begint vaak op jongere leeftijd




- Hoesten, slijm, benauwd
- Infectie
- Chronische ontsteking 
- Roken belangrijkste oorzaak
- Niet volledig uitademen
- Lucht blijft achter in longen 
- Kortademigheid
- Begint op oudere leeftijd 40+


Astma
COPD

Slide 10 - Tekstslide

Verhoogde gevoeligheid en allergie zorgen voor een ontstekingsproces, waardoor de spieren van de luchtwegen samentrekken= bronchospasme + zwelling van de slijmcellen en slijmophoping geeft. Prikkels: mist, kou, rook, inspanning, allergenen of virusinfectie. Bij allergische reactie komen o.a. de stoffen histamine (bronchospasme)en leukotriënen ( slijmvliesproductie → bronchoconstrictie) vrij. Bronchospasme leidt tot bronchoconstrictie

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het belangrijkste advies dat je een astma en COPD patiënt kunt geven ?

Slide 12 - Open vraag

Stoppen met roken

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Hoe voorkom je dat iemand minder benauwd is ?

Slide 15 - Open vraag

De sympaticus activeren
De parasympaticus onderdrukken 

Slide 16 - Tekstslide

SABA= short acting beta-2-agonist →bijv. salbutamol
SAMA= short acting muscarinic antagonist →bijv. ipratropium
LABA= long acting beta-2-agonist →bijv. Formeterol, Salmeterol
LAMA= long acting muscarinic antagonist →bijv. tiotropium
Theofyline, NIET-GECLASSIFICEERDE STOFFEN→verslapt glad spierweefsel → broncusverwijding. Smalle therapeutische breedte (verschil therapeutische en toxische dosis is klein), wordt niet veel toegepast.
Muscarine acetylcholine receptor.

Sympaticus activeren
- Salbutamol & Salmeterol

Bijwerkingen:
Hartkloppingen, tremor

           

               ACTIE


Parasympaticus onderdrukken
- Tiotropium & Ipratropium 

Bijwerkingen:
Droge mond, obstipatie  
                 
              

                 RUST

Kun jij deze bijwerkingen verklaren ?

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 18 - Tekstslide

ICS=inhalatiecorticosteroïden, bij astma als onderhoudsbehandeling, bij COPD bij ernstige gevallen.
Soms stootkuur van predniso(lo)n bij aanval.

Slide 19 - Tekstslide

Beoordeel bij iedere stap de therapietrouw, de inhalatietechniek en het vermijden van (niet)allergische prikkels.

Slide 20 - Tekstslide

Ook hier geldt beoordeel bij iedere stap de therapietrouw, de inhalatietechniek en het vermijden van (niet)allergische prikkels.
Formoterol→sympathicomimetica met vooral β2-effect.
Montelukast→LEUKOTRIEENANTAGONISTEN→ als adjuvans (versterking) bij de onderhoudsbehandeling van astma, indien inhalatiecorticosteroïden of β2-sympathicomimetica onvoldoende effectief zijn;

Stappenplan COPD volgend de NHG

Slide 21 - Tekstslide

Verminder lokale bijwerkingen door na inhalatie tanden te poetsen en/of de mond te spoelen.
Combineer medicamenteuze behandeling altijd met bevordering van een gezondere leefstijl.

Wat zijn de langwerkende sympathicomimetica ?

Slide 22 - Open vraag

De sympaticus activeren
De parasympaticus onderdrukken 
Kortwerkende sympathicomimetica

- Fenoterol
- Salbutamol 
- Terbutaline
 
Langwerkende sympathicomimetica

- Formoterol 
- Indacaterol
- Olodaterol, 
- Salmeterol 
- Vilanterol.

Slide 23 - Tekstslide

β2-sympathicomimetica of β2-adrenoreceptoragonisten
zijn stoffen die de β-receptoren stimuleren. 
SABA='short-acting beta-2-agonist.
LABA='long-acting beta-2-agonist.
Indacaterol, olodaterol en vilanterol worden vanwege hun zeer lange werkingsduur ook wel VLABA's genoemd = very long-acting beta-2-agonist.

Kortwerkende parasympathicolytica

Ipratropium
Langwerkende parasympathicolytica

Tiotropium (Spiriva)

Slide 24 - Tekstslide

Ze worden ookwel anticholinergica of muscarinereceptorantagonisten genoemd.

Kortwerkende parasympathicolytische luchtwegverwijder→ ipratropium (SAMA='short acting muscarinic antagonist').
Middellang parasympathicolytische luchtwegverwijder→ aclidinium (gebruik 2x per dag).
Langwerkende parasympathicolytische luchtwegverwijder→ glycopyrronium, tiotropium en umeclidinium (LAMA's='long acting muscarinic antagonists').

Welke soorten inhalatoren ken je ?

Slide 25 - Open vraag

De sympaticus activeren
De parasympaticus onderdrukken 

Slide 26 - Tekstslide

Waar let je op bij een inhalatie instructie?

Aandachtspunten aan de balie:
Gebruikservaring → reden van stoppen
Check inhalatievaardigheden
Te snelle/late herhaling, alles herhaald
Behandelen bijwerkingen (mondschimmel)

Slide 27 - Tekstslide

Dagdosering van > 7,5 mg predniso(lo)n en parenterale of orale toediening van bèta-2-agonisten kunnen het bloedglucosegehalte verhogen.
Theofylline kan (in hoge doseringen) epileptische aanvallen veroorzaken.

Slide 28 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 29 - Video

FarmacoDYNAMIEK = wat doet het geneesmiddel met het lichaam
FarmacoKINETIEK = wat doet het lichaam met het geneesmiddel
Welke criteria te hanteren voor een amo ? 

≥ 75 jaar
≥ 6 gnm
≥ 1 risicofactor
Verzorgings- of verpleeghuis
verminderde nierfunctie
verminderde cognitie
verhoogd valrisico; ≥1x gevallen afgelopen jaar
signalen verminderde therapietrouw  







Opdracht: 
Bekijk de twee amo's . 
Welke zou jij uitkiezen? 
Motiveer je antwoord. 

Slide 30 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Zelfzorgcasus
Een jongeman komt aan de balie en vertelt dat hij twee dagen terug ineens zo’n hoofdpijn heeft gehad dat hij er misselijk van werd.  
Eerder op die avond had hij wel twee biertjes gedronken, maar hij voelde zich niet dronken.

Zelfzorgcasus
1) Welke vragen dien je te stellen om te achterhalen welke soort hoofdpijn deze jongeman heeft gehad?

2) Factoren die een rol kunnen spelen bij het uitlokken van een aanval zijn…?

3) Welk advies kun je deze jongeman geven volgens de standaard?

4) Wanneer dien je iemand met hoofdpijn naar de huisarts te verwijzen?





Slide 31 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies


Evaluatie: wat vond je van deze les?
Ik heb weer nieuwe kennis opgedaan
Ik ben verbaasd over de kennis die al had
Ik heb vertrouwen in mijzelf

Slide 32 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Welke vragen of verzoeknummers heb je voor de volgende les ?

Slide 33 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies