K4: les 1

Biologie
Mevr. Zwijns
zwn@sgdc.nl
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmboLeerjaar 3

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

Biologie
Mevr. Zwijns
zwn@sgdc.nl

Slide 1 - Tekstslide

Telefoons weg, aandacht erbij;
 We gaan beginnen!

Slide 2 - Tekstslide

Zoekplaatje
- Google 5 plaatjes van zo verschillend 
mogelijke organismen (levende wezens)
- Overleg met je buurman/ vrouw en kies er twee uit
timer
5:00

Slide 3 - Tekstslide

Wat hebben al deze organismen met elkaar gemeen?
Waarom is het interessant over andere organismen en cellen te leren?

Slide 4 - Tekstslide

K4: cellen aan de basis

Slide 5 - Tekstslide

Aan het einde van de les...
Kun je
  • de 6 levenskenmerken noemen.
  • de levenskenmerken bij organismen herkennen.
  • het verschil tussen dood, levenloos en levend uitleggen.
  • de begrippen eencellig, meercellig, weefsel, orgaan, orgaanstelsel en organisme beschrijven

Slide 6 - Tekstslide

Wat is een levenskenmerk?
Waaraan herken je of iets leeft?

Slide 7 - Tekstslide

Levenskenmerken

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Levenskenmerken
Je noemt iets levend als het alle levenskenmerken of levensverschijnselen vertoont.
 

Een levend wezen noem je een organisme.

Een organisme vertoont niet altijd alle zes de levenskenmerken op hetzelfde moment.



Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Levend
Dood
Levenloos

Slide 12 - Sleepvraag

Niet elk organisme leeft overal
Waarvan is dit afhankelijk?
Niet elk organisme leeft overal....
Waarvan is dit afhankelijk?

Slide 13 - Tekstslide

biotische 
factoren
abiotische 
factoren
Leeft het niet en gaat het ook nooit leven?
Leeft het of is het dood?

Slide 14 - Tekstslide

Vanavond eet jij biefstuk en sla, dit zijn
A
Abiotische factoren
B
Biotische factoren

Slide 15 - Quizvraag

Abiotisch
Biotisch

Slide 16 - Sleepvraag

Elk organisme bestaat uit cellen

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Video

Organisme
Weefsel
Cel
Organen
Orgaanstelsel

Slide 19 - Sleepvraag

Zet van groot naar klein:
Organisme
Orgaanstelsel
Orgaan
Weefsel
Cellen

Slide 20 - Sleepvraag

Aan de slag!
Maak groepjes van 4 personen

Ieder persoon kiest 1 van de onderstaande organismen:
Vlinder
Pantoffeldiertje
Eikenboom
Leeuw
Per organisme maak je 1 dia met hierop informatie over alle 6 de levenskenmerken
Maak de presentatie in google slides
Na 10 minuten moet de presentatie van jouw organisme af zijn
Je krijgt daarna 10 minuten om jouw presentatie aan je groepsleden te laten zien
Sla je presentatie op in je biologie mapje. 









Aan de slag!
1. We werken in groepjes van 4 personen


2. Ieder persoon kiest 1 van de onderstaande organismen:
 
Vlinder
Pantoffeldiertje
Eikenboom
Leeuw

3. Per persoon maak je 1 dia over 1 organisme met hierop informatie over alle 6 de levenskenmerken









slide maken
timer
10:00
timer
10:00
Maak de presentatie in google slides
Sla hem op in je biologie map
slide presenteren aan je groepje

Slide 21 - Tekstslide

Je kunt nu...
  • de 6 levenskenmerken noemen.
  • de levenskenmerken bij organismen herkennen.
  • het verschil tussen dood, levenloos en levend uitleggen.
  • de begrippen eencellig, meercellig, weefsel, orgaan, orgaanstelsel en organisme beschrijven

Slide 22 - Tekstslide

Huiswerk
Lees K4 les 1 
maak de vragen bij 'wat weet je nu'
maak de examenvragen

Slide 23 - Tekstslide