2.3 Voltooid en tegenwoordig deelwoord

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

WELKOM
3 Kader
Welkom bij Nederlands!

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Terugblik vorige les
  • Instructie par. 2.3
  • Aan de slag! 

Slide 2 - Tekstslide

Terugblik vorige les
  • Hoe maak je de persoonsvorm van zwakke werkwoorden in de verleden tijd? 

Slide 3 - Tekstslide

Hoe maak je de persoonsvorm verleden tijd bij zwakke werkwoorden?

Slide 4 - Open vraag

Hoe maak je de persoonsvorm verleden tijd bij sterke werkwoorden?

Slide 5 - Open vraag

Vul de PVVT in: Wij ..... (reizen) altijd naar Spanje in de winter.

Slide 6 - Open vraag

Vul de PVVT in: Jan en Klaas .... (brengen) gisteren veel boeken naar de kringloopwinkel.

Slide 7 - Open vraag

Vragen???

Slide 8 - Tekstslide

Instructie par. 2.3
  • Lesdoel: Je leert hoe je het voltooid en tegenwoordig deelwoord correct spelt. 

Slide 9 - Tekstslide

Wat was dat ook alweer?
  • Voltooid deelwoord
  • Tegenwoordig deelwoord

Slide 10 - Tekstslide

  • Voltooid deelwoord: vorm van het werkwoord dat aangeeft dat iets eerder is gebeurd. 
Voorbeeld: Jan is aangekomen. Hij heeft een boek gekocht.
  • Tegenwoordig deelwoord: vorm van het werkwoord dat aangeeft dat iets meestal tegelijk met iets anders gebeurt.
Voorbeeld: Jan ging fluitend naar huis. Zingend sprong ze van haar fiets.

Slide 11 - Tekstslide

Spelling
  • Voltooid deelwoord: -d of -t?
Gebruik het ezelsbruggetje van het sexy fokschaap.

  • Tegenwoordig deelwoord: infinitief + d. 

Slide 12 - Tekstslide

Aan de slag!
  • Leren: de theorie van Taalverzorging par. 2.3

  • Maken: de opdrachten van Taalverzorging par. 2.3
  • Klaar? Maak de Taalvoutjesopdracht uit Magister. 

Slide 13 - Tekstslide