‹Terug naar zoeken

Word order

By the end of this lesson, you...
...know how to make sentences in English. 
...know what word order is. 


1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

By the end of this lesson, you...
...know how to make sentences in English. 
...know what word order is. 


Slide 1 - Tekstslide

Table of Contents
Explanation: word order
Work by yourselves

Slide 2 - Tekstslide

Wat is word order?

Slide 3 - Tekstslide

Wat is word order?
Word order betekent woord volgorde.

Slide 4 - Tekstslide

John
plays
football
at the field
right now. 
She 
helped
her brother
at home
last night. 
Onderwerp
Persoonsvorm
Leidend voorwerp
plaats
tijd

Slide 5 - Sleepvraag

Wie
doet
wat
waar
wanneer?
persoon
werkwoord
leidend vw
plaats
tijd
John
plays
football
at the field
right now. 
She 
helped
her brother
at home
last night. 

Slide 6 - Tekstslide

Wie
doet
wat
waar
wanneer?
persoon
werkwoord
leidend vw
plaats
tijd
John
plays
football
at the field
right now. 
She 
helped
her brother
at home
last night. 
Tom works on Monday.

Slide 7 - Tekstslide

Wie
doet
wat
waar
wanneer?
persoon
werkwoord
leidend vw
plaats
tijd
John
plays
football
at the field
right now. 
She 
helped
her brother
at home
last night. 
Tom
works
on Monday.
Tom works on Monday.

Slide 8 - Tekstslide

Wie
doet
wat
waar
wanneer?
persoon
werkwoord
leidend vw
plaats
tijd
John
plays
football
at the field
right now. 
She 
helped
her brother
at home
last night. 
Tom
works
on Monday.
The bell rang at 2am. 

Slide 9 - Tekstslide

Wie
doet
wat
waar
wanneer?
persoon
werkwoord
leidend vw
plaats
tijd
John
plays
football
at the field
right now. 
She 
helped
her brother
at home
last night. 
Tom
works
on Monday.
The bell
rang
at 2am.
The bell rang at 2am. 

Slide 10 - Tekstslide

Wie
doet
wat
waar
wanneer?
Onderwerp
Pers. vorm
leidend vw
plaats
tijd
She 
helped
her brother
at home
last night. 
Tom
works
on Monday.
The bell
rang
at school.
Word order
Word order betekent woord volgorde. 
Je gebruikt de volgende volgorde om een zin te maken in het Engels:

LET OP! Je hoeft niet altijd alle onderdelen in een zin te gebruiken!

timer
7:00

Slide 11 - Tekstslide

Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer?
I
tomorrow
at the theatre
a musical 
am watching

Slide 12 - Sleepvraag

Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer?
The son of the famous actor
the annoying teacher
hates
at school

Slide 13 - Sleepvraag

Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer?
my mom
makes
every morning
coffee
in the kitchen

Slide 14 - Sleepvraag

Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer?
the girl
today
very happy
feels

Slide 15 - Sleepvraag

Wie
Doet
Wat
Waar
Wanneer?
hates
the principle
in the busy school hall from his high school 
during the breaks
in London

Slide 16 - Sleepvraag

Over to you...
Do the weektask (week 44)

Slide 17 - Tekstslide

Meer lessen zoals deze

Word order

- Les met 17 slides
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

Word order chapter 2

- Les met 20 slides
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

3Basis - 3/3 - word order - chapter 4 - les 5

- Les met 28 slides
EngelsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 2

H4 Word order

- Les met 51 slides
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

H2: Word Order

- Les met 19 slides
Middelbare school

Adjectives 2MH

- Les met 10 slides
EngelsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

Word order

- Les met 18 slides
EngelsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3,4

Review chapter 4

- Les met 13 slides
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 3