Soorten en relaties, eindquiz/toets

Eindquiz/toets Soorten en Relaties
1 / 37
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4,5

In deze les zitten 37 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Eindquiz/toets Soorten en Relaties

Slide 1 - Tekstslide

Wat is de bedoeling?
In deze quiz/toets test jij je kennis van hoofdstuk 7, soorten en relaties.
Zonder goede voorbereiding heeft deze toets alsnog zin! Omdat bij elke vraag uitleg wordt gegeven over het onderwerp en over de andere antwoordmogelijkheden. Alleen met goede voorbereiding test je jezelf natuurlijk beter.  
Veel succes!! 

Slide 2 - Tekstslide

Hebben we ons een beetje goed voorbereid?
Ja
Nee
Een beetje

Slide 3 - Poll

De volgende vragen gaan over;
  §1

Slide 4 - Tekstslide

Wat is geen voorbeeld van een abiotische factor?
A
Regen
B
Ziekteverwekkers
C
Temperatuur
D
Grondsoort

Slide 5 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen een biotische en een abiotische factor?

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Link

Geef de definitie van een Tolerantiegebied

Slide 8 - Open vraag

In een ecosysteem leven 2 soorten, bij soort 1 is het tolerantiegebied groter bij een bepaalde abiotische factor als die van soort 2, wat betekent dit?

Slide 9 - Open vraag

Organismen zoals een wolf worden in de biologie benoemd bij een wetenschappelijke naam, geef aan waarom dit gebeurd, uit welke twee delen zo'n naam bestaat en waarom het in die volgorde wordt gezet.

Slide 10 - Open vraag

Geef de juiste volgorde van het systeem van ordening, van klein naar groot.
Geslacht
Soort
Organisme
Orde
Familie

Slide 11 - Sleepvraag

De volgende vragen gaan over 
§2

Slide 12 - Tekstslide

Vanuit mijn jagershut heb ik binnen één vierkante kilometer 12 herten, 44 reigers en 4 wilde zwijnen gespot. De populatie grootte is dus 60
A
Waar
B
Niet waar

Slide 13 - Quizvraag

Het antwoord kan nooit waar zijn, aangezien een populatie bestaat uit een groep van dezelfde organismen, en in dit geval is er sprake van 3 verschillende organismen. 
Populatiegrootte van herten; 12
Populatiegrootte van reigers; 44
Populatiegrootte van wilde zwijnen; 4

Slide 14 - Tekstslide

Stel; De draagkracht van de Veluwe bedraagt 25 paarden, alleen de populatiegrootte is over 25 paarden gestegen.
Geef aan wat mogelijke gevolgen kunnen zijn van dit voorval.

Slide 15 - Open vraag

De plant alsemambrosia is nieuw ontdekt in Nederland, na onderzoek is gebleken dat de plant vanuit Amerika over is gekomen. Door snelle ...... en weinig ..... neemt de populatie snel toe, in dit geval te snel, de plant is een ......
A
Celdeling, fotosynthese, plaag
B
Levenscyclus, sterfte, monocultuur
C
Ongeslachtelijke voortplanting, sterfte, plaag
D
Voortplanting, crepering, plaag

Slide 16 - Quizvraag

Door het klimaat is het voor een aantal organismen en planten zoals de kikker, libelle en lelie niet meer mogelijk om hun gebied te leven en komen ze daar dus niet meer voor.
Hierdoor ontstaat een afname van de ...... binnen dat gebied. Geef antwoord met behulp van de tekst hierboven

Slide 17 - Open vraag

Planten planten zich voort door;
A
Geslachtelijke voortplanting
B
Ongeslachtelijke voortplanting

Slide 18 - Quizvraag

Planten kunnen zich niet geslachtelijk voortplanten, omdat ze geen geslacht hebben. Doormiddel van bijvoorbeeld klonen of weefselkweek ontstaan zonder geslachtelijk voortplanten toch nieuwe planten.

Slide 19 - Tekstslide

De volgende vragen gaan over;
§3/§4

Slide 20 - Tekstslide

Geef de 3 vormen van symbiose en leg de verschillen uit.

Slide 21 - Open vraag

Van welke vorm van Symbiose is hier sprake? Leg uit

Slide 22 - Open vraag

Van welke vorm van Symbiose is hier sprake? Leg uit

Slide 23 - Open vraag

Van welke vorm van Symbiose is hier sprake?

Slide 24 - Open vraag

Leg uit wat epifytisme is en op welke andere vorm van symbiose dit het meeste lijkt.

Slide 25 - Open vraag

Welke van deze relaties is geen predator-prooi relatie?
A
Hermelijn-woelmuis
B
Mens-koe
C
Libelle-vlieg
D
Lieveheersbeestje-mug

Slide 26 - Quizvraag

Leg uit wat mimicry is en geef hier een voorbeeld van.

Slide 27 - Open vraag

De volgende vragen gaan over;
§5

Slide 28 - Tekstslide

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 29 - Sleepvraag

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 30 - Sleepvraag

Zet deze dieren in de goede volgorde van de voedselketen.

Slide 31 - Sleepvraag

Vul aan en leg uit: de producent in een voedselketen is altijd; autotroof/heterotroof, omdat ...

Slide 32 - Open vraag

Een consument van de 1e orde is altijd ...
A
Herbivoor
B
Omnivoor
C
Omnivoor
D
Alle drie zijn goed

Slide 33 - Quizvraag

Een consument van de 2e orde is altijd ...
A
Herbivoor of omnivoor
B
Omnivoor of carnivoor
C
Carnivoor of herbivoor
D
Alle drie zijn goed

Slide 34 - Quizvraag

Alle voedselrelaties bij elkaar in een ecosysteem heet een ...

Slide 35 - Open vraag

Hebben jullie hier wat aangehad?
Ja, ben klaar voor de toets!
Ja, weet nu dat ik nog genoeg te leren heb.
Nee, had er helemaal niks aan.

Slide 36 - Poll

Einde!
Dit was onze eindquiz/toets, hopelijk hebben jullie hier wat aan gehad! Alvast succes met een eventuele toets!

Slide 37 - Tekstslide