Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
unidad 3 herhalen
¡Hola, buenos días!
1 / 41
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Spaans
Middelbare school
mavo, havo, vwo
Leerjaar 1
In deze les zitten
41 slides
, met
interactieve quizzen
,
tekstslides
en
1 video
.
Lesduur is:
50 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
¡Hola, buenos días!
Slide 1 - Tekstslide
Programa de hoy
woorden over familie
werkwoorden
bezittelijke voornaamwoorden
klok kijken
Slide 2 - Tekstslide
la madre
la familia
el padre
el primo
el tío
la hermana
los abuelos
De opa en oma
de neef
de zus
de moeder
de familie
de oom
de vader
Slide 3 - Sleepvraag
Slide 4 - Video
Juan Carlos
Christina
Elena
Felipe
Iñaki
sofia
Letizia
Slide 5 - Sleepvraag
Verbos regulares
Slide 6 - Tekstslide
verbos en -ar
escuchar bailar tocar
escucho bailo toco
escuchas bailas tocas
escucha baila toca
escuchamos bailamos tocamos
escucháis bailáis tocáis
escuchan bailan tocan
Slide 7 - Tekstslide
verbos en -ir
escribir vivir compartir
escribo vivo comparto
escribes vives compartes
escribe vive comparte
escribimos vivimos compartimos
escribís vivís compartís
escriben viven comparten
Slide 8 - Tekstslide
verbos en -er
comer vender beber
como vendo bebo
comes vendes bebes
come vende bebe
comemos vendemos bebemos
coméis vendéis bebéis
comen venden beben
Slide 9 - Tekstslide
-AR
-ER
-IR
yo
o
o
tú
es
es
él/ella/usted
a
e
nosotros
vosotros
ellos/ellas/
ustedes
an
en
en
e
o
emos
as
amos
imos
áis
éis
ís
Slide 10 - Sleepvraag
yo
tú
ella
nosotros
vosotros
ustedes
bailan
bailas
baila
bailamos
bailáis
bailo
Slide 11 - Sleepvraag
vervoeg: él (trabajar)
A
trabajo
B
trabajas
C
trabajan
D
trabaja
Slide 12 - Quizvraag
¿Dónde (vivir)_____tú?
A
vive
B
vives
C
vivo
D
vivís
Slide 13 - Quizvraag
vervoeg: vivir (ellos)
A
viven
B
vivís
C
vivan
D
vives
Slide 14 - Quizvraag
vervoeg: comer, vosotros
A
coméis
B
comes
C
comen
D
comed
Slide 15 - Quizvraag
Nosotros (bailar)
A
bailas
B
bailamos
C
bailiamos
D
bailan
Slide 16 - Quizvraag
Ella (cantar)
A
canta
B
cantara
C
canta
D
cantamos
Slide 17 - Quizvraag
Vosotros (hablar)
A
hablas
B
hablan
C
habláis
D
hablamos
Slide 18 - Quizvraag
Él (cocinar) bien
A
cocino
B
cocinas
C
cocina
D
cocinara
Slide 19 - Quizvraag
Bob (pintar) pinturas
A
pinto
B
pintas
C
pintamos
D
pinta
Slide 20 - Quizvraag
Nosotros (trabajar) mucho
A
trabajemos
B
trabajos
C
trabajamos
D
trabajáis
Slide 21 - Quizvraag
Ellos (tocar) el piano
A
tocan
B
toca
C
tocas
D
tocáis
Slide 22 - Quizvraag
Slide 23 - Tekstslide
Welk bezittelijk voornaamwoord hoort er op de plek in de zin?
_____ (onze) amiga se llama Ana.
A
Nuestro
B
Nuestra
C
Vuestro
D
Vuestra
Slide 24 - Quizvraag
Welk bezittelijk voornaamwoord hoort er op de plek in de zin?
____ (jullie) primos estudian español.
A
Nuestros
B
Vuestros
C
Vuestras
D
Nuestras
Slide 25 - Quizvraag
Welk bezittelijk voornaamwoord hoort er op de plek in de zin?
¿Puedo prestar ______ (jouw) libros?
A
mi
B
mis
C
tu
D
tus
Slide 26 - Quizvraag
Noteer het bezittelijk voornaamwoord dat op de open plek in de zin hoort. MET HOOFDLETTER.
_____ (jullie) madre se llama Paloma.
Slide 27 - Open vraag
Noteer het bezittelijk voornaamwoord dat op de open plek in de zin hoort. MET HOOFDLETTER.
_____ (mijn) primos se llaman Luis y Pedro.
Slide 28 - Open vraag
Noteer het bezittelijk voornaamwoord dat op de open plek in de zin hoort. MET HOOFDLETTER.
_____ (hun) abuelo es colombiano.
Slide 29 - Open vraag
Noteer het bezittelijk voornaamwoord dat op de open plek in de zin hoort. MET HOOFDLETTER.
_____ (onze) perro es negro.
Slide 30 - Open vraag
Noteer het bezittelijk voornaamwoord dat op de open plek in de zin hoort. MET HOOFDLETTER.
_____ (jouw) abuelos se llaman Pablo y Pilar y son de Perú.
Slide 31 - Open vraag
Tener:hebben
Tener: hebben
Yo
Él, ella, usted
Tú
Nosotros
Vosotros
Ellos, ellas, ustedes
Tengo
Tienes
Tiene
Tenemos
Tenéis
Tienen
Slide 32 - Sleepvraag
Sleep de vervoeging van TENER
Lars y Thijs _____
(tener) un perro
Quirine y yo______
(tener)
amigas en Argentina.
Tú________
(tener)
un perro muy bonito.
Yo _______ (
tener)
un apartamento en Madrid
Peter y tú _____
(tener-vosotros)
familia en España.
tienen
tenemos
tienes
tengo
tenéis
Slide 33 - Sleepvraag
Wat betekent TENER
Slide 34 - Open vraag
Yo (tener) doce años. ¿Cuántos años (tener) vosotras? [..., ...]
Slide 35 - Open vraag
tener, tú
Slide 36 - Open vraag
¿Qué hora es?
12:00- Son las doce
en punto
12:15 -Son las doce y
cuarto
12:30- Son las doce y
media
Slide 37 - Tekstslide
14:10 Son las dos
y
diez
14:15: Son las dos
y
cuarto
14:30 Son las dos
y
media
¿Qué hora es?
Slide 38 - Tekstslide
14:45 Son las tres
menos
cuarto
14:55 Son las tres
menos
cinco
15:50 Son las cuatro
menos
diez
¿Qué hora es? ga naar blz. 58
Slide 39 - Tekstslide
De volgorde bij het klokkijken in het Spaans is....
A
Eerst de minuten en dan het uur
B
Eerst het uur en dan de minuten
C
Er is geen volgorde
D
Alle antwoorden zijn fout
Slide 40 - Quizvraag
Sleep de tijd naar de juiste klok.
1) Son las dos y media.
2) Son las tres menos cinco.
3) Son las tres en punto.
4) Son los doce menos cuarto.
5) Es la una en punto.
6) Son las seis y cuarto.
Slide 41 - Sleepvraag
Meer lessen zoals deze
2HV - Les 5 klokkijken
November 2022
- Les met
27 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
herhalen verschillende hoofdstukken
Juni 2024
- Les met
40 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
H2 - leerdoel 1: Colegio
Maart 2023
- Les met
17 slides
Spaans
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
2H - Les 26/27 - STG
November 2022
- Les met
37 slides
Spaans
Middelbare school
havo
Leerjaar 2
Clase 3 Instromers Koningstraat
Mei 2022
- Les met
39 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
Clase 16 Unidad 3. Comunicación, Destrezas, Reflex. y evaluación.
Augustus 2022
- Les met
36 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1
3H - les 23 - STG
November 2021
- Les met
18 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 3
C1-U3 La familia deel 2
November 2020
- Les met
16 slides
Spaans
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 1,2