In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 45 min
Onderdelen in deze les
Bevruchting
en
embryonale ontwikkeling
Slide 1 - Tekstslide
bevruchting
Wat gaan we doen vandaag?
Huiswerk bespreken
Herhalen vorige les
Bespreken bevruchting en embryonale ontwikkeling
Slide 2 - Tekstslide
bevruchting
Wat moet je na vandaag kunnen?
Je kunt beschrijven wat er in de eierstokken en in de baarmoeder gebeurt als een eicel bevrucht wordt.
Je kunt de ontwikkeling van een embryo beschrijven.
Je kunt uitleggen hoe een-eiige en twee-eiige tweelingen ontstaan.
Slide 3 - Tekstslide
bevruchting
Herhaling geslachtskenmerken, hormonen en menstruatiecyclus
Slide 4 - Tekstslide
bevruchting
Zijn er vragen over het huiswerk?
Slide 5 - Tekstslide
Wat is GEEN secundair geslachtskenmerk?
A
Schaamhaar
B
Zwaardere stem
C
Penis
D
Dikkere spieren
Slide 6 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van een primair geslachtskenmerk?
A
Bredere heupen
B
Hoge stem
C
Vagina of Penis
D
Kleine voeten
Slide 7 - Quizvraag
Wat zijn primaire geslachtskenmerken?
A
Geslachtskenmerken die al bij de geboorte aanwezig zijn.
B
Geslachtskenmerken die op latere leeftijd ontstaan door hormonen
Slide 8 - Quizvraag
In welke periode van de menstruatiecyclus is een vrouw vruchtbaar?
A
Rond de 14e dag
B
Rond de 28e dag
C
Rond de 1e dag
Slide 9 - Quizvraag
Wat is een voorbeeld van vrouwelijke geslachtshormonen?
A
testosteron
B
oestrogenen
Slide 10 - Quizvraag
Waar worden vrouwelijke geslachtshormonen gemaakt?
A
eierstokken
B
eileider
C
baarmoeder
Slide 11 - Quizvraag
Tijdens de menstruatiecyclus verandert de dikte van het baarmoederslijmvlies buiten de baarmoeder. Op welk moment in de van menstruatiecyclus is het baarmoederslijmvlies het dikst?
A
tijdens de menstruatie
B
tijdens de ovulatie
C
vlak na de menstruatie
D
vlak voor de menstruatie
Slide 12 - Quizvraag
Een menstruatiecyclus duurt.....
A
21 dagen
B
3 tot 5 dagen
C
28 dagen
D
7 dagen
Slide 13 - Quizvraag
Bij mannen die roken vermindert de hoeveelheid testosteron in het bloed. Dit geslachtshormoon is nodig om sperma te produceren. Waar in het voortplantingsstelsel van een man worden geslachtshormonen gemaakt?
A
Bijballen
B
Teelballen
C
Zaadleiders
D
Eierstokken
Slide 14 - Quizvraag
Hoe komt het dat je lijf geslachtshormonen gaat maken?
A
Doordat je secundaire gesl.kenmerken krijgt
B
Doordat je primaire gesl.kenmerken krijgt
C
Doordat je 13 wordt
D
Doordat je hypofyse een hormoon maakt
Slide 15 - Quizvraag
Menstruatiecyclus: Hoe lang blijft een eicel in leven ?
A
14 dagen
B
28 dagen
C
12 - 24 uur
D
0 - 12 uur
Slide 16 - Quizvraag
Hormonen zijn:
A
Stoffen die de werking van organen regelen
B
Voedingsbestanddelen
C
Geslachtskenmerken
D
Hormoonklieren
Slide 17 - Quizvraag
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
bevruchting
Bevruchting
Slide 20 - Tekstslide
Slide 21 - Tekstslide
Ontwikkeling van het embryo en de placenta
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Slide 24 - Tekstslide
Slagader van het embryo
Wat is de stroomrichting?
Komt vaak terug in proefwerk
Slide 25 - Tekstslide
Slide 26 - Tekstslide
Hoe komt het dat er bij een zwangerschap geen ovulatie optreed?
A
Het gele lichaam produceerd geen hormonen meer die de folikkels laten rijpen
B
De hypofyse produceerd geen hormonen die de folikels laten rijpen
C
Het gele lichaam produceerd hormonen om het baarmoederslijmvlies in stand te houden
D
Het baarmoederslijmvlies produceerd hormonen die een remmende werking hebben op de hypofyse