Periode 2 - week 46 - H.2 Gedicht

Stijlfiguren
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 11 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Stijlfiguren

Slide 1 - Tekstslide

STIJLFIGUREN

Stijlfiguren

gebruik je om indruk te maken op een luisteraar of lezer.
 
Het zijn taalmiddelen om dat wat je wilt zeggen, treffender of sterker uit te drukken.

Slide 2 - Tekstslide

0

Slide 3 - Video

Wat is wat?
Pleonasme herhaalt een eigenschap dat al in een woord verwerkt zit (twee verschillende woordsoorten).

Tautologie zegt twee keer hetzelfde (synoniemen).

Slide 4 - Tekstslide

'Rood bloed' is een:
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 5 - Quizvraag

Enkel en alleen is een vorm van
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 6 - Quizvraag

Die spullen worden gewoon gratis weggegeven.
A
pleonasme
B
tautologie

Slide 7 - Quizvraag

De mondelinge bespreking
A
Pleonasme
B
Tautologie

Slide 8 - Quizvraag

Natuurlijk controleren we vanzelfsprekend de antwoorden.
A
tautologie
B
pleonasme

Slide 9 - Quizvraag

Wat een mooie rode aardbeien!
A
tautologie
B
pleonasme
C
foutieve tautologie
D
foutief pleonasme

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Video