massa en gewicht

massa en gewicht
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

massa en gewicht

Slide 1 - Tekstslide

Een weegschaal meet…. (10 sec)
A
een kracht
B
een massa
C
zowel een kracht als massa
D
geen van beiden

Slide 2 - Quizvraag

Wat is goed? (20 sec)
A
Ik weeg 56 kilogram
B
Mijn massa is 56 kilo
C
Ik ben 56 kilo zwaar
D
Mijn massa is 56 kilogram

Slide 3 - Quizvraag

Wat is goed? (20 sec)
A
Mijn gewicht is 600 Newton op de noordpool
B
Mijn gewicht is 600 Newton
C
Mijn massa is 600 Newton
D
Ik ben 600 Newton zwaar

Slide 4 - Quizvraag

Een kopje valt door de zwaartekracht van de aarde (20 sec)
A
Er staat een kracht op het kopje
B
Er is een kracht van het kopje
C
Er staat een kracht op de aarde
D
Er werkt een kracht op het kopje

Slide 5 - Quizvraag

water valt op een waterrad waardoor het rad gaat draaien (20 sec)
A
Er werkt een kracht op het rad
B
Er werkt een kracht op het water
C
Er staat een kracht op het rad
D
Er staat een kracht op het water

Slide 6 - Quizvraag

een paperclip wordt aangetrokken door een magneet (20 sec)
A
Er is een kracht van de paperclip
B
Er is een kracht van de magneet
C
Er werkt een kracht op de paperclip
D
Er werkt een kracht op de magneet

Slide 7 - Quizvraag

Een bal wordt weggeschopt. Waar zit het aangrijpingspunt van de krachtenpijl? (20 sec)
A
in het zwaartepunt van de voet
B
in het zwaartepunt van de bal
C
waar de bal de grond raakt
D
waar de voet de bal raakt

Slide 8 - Quizvraag

Een balk hangt aan twee touwen.
De zwaartekracht op de balk is 60N.

Wat is de spankracht in 1 touw? (20 sec)
A
6N omlaag
B
30N omhoog
C
0N
D
30N omlaag

Slide 9 - Quizvraag

De massa van een voorwerp wordt bepaald door.. (30 sec)
A
de vorm en grootte van het voorwerp
B
de invloed van de zwaartekracht op het voorwerp
C
de som van de deeltjes (atomen) waaruit het voorwerp bestaat
D
het gewicht

Slide 10 - Quizvraag

De zwaartekracht van de maan is 6x kleiner dan die op aarde.
Het gewicht van een bordercollie hond is 180 N op aarde.

Hoeveel weegt de hond op de maan? (1 min)
A
180 Newton
B
30 Newton
C
30 kilogram
D
18 kilogram

Slide 11 - Quizvraag

Het gewicht van een border collie hond is 180 N op aarde.
De zwaartekracht bereken je met Fz = m x g

Wat is de massa van de hond ongeveer? (1 min)
(gebruik g = 10 N / kg)
A
180 Newton
B
30 Newton
C
30 kilogram
D
18 kilogram

Slide 12 - Quizvraag

De zwaartekracht van de maan is 6x kleiner dan die op aarde.
Het gewicht van een border collie hond is 180 N op aarde.
De zwaartekracht bereken je met Fz = m x g
Wat is de massa van de hond ongeveer op de maan? (30 sec) (gebruik g = 10 N / kg )
A
180 Newton
B
30 Newton
C
30 kilogram
D
18 kilogram

Slide 13 - Quizvraag

Gewicht is de kracht die een voorwerp op zijn ondergrond uitoefent

Slide 14 - Tekstslide

In het '0g vliegtuig' ben je voor korte tijd gewichtloos.
Werkt er een zwaartekracht op de mensen in het vliegtuig? (1 min)
A
ja, want de mensen hebben overal dezelfde massa
B
nee, want je bent gewichtloos
C
ja, want het vliegtuig en de mensen vallen door de zwaartekracht
D
nee, want op 10km hoogte van het aardoppervlak werkt de zwaartekracht niet

Slide 15 - Quizvraag

UITLEG

g(aarde) is 9.78 N/kg op 8km hoogte

De mensen in het '0g vliegtuig' ervaren gewichtloosheid, omdat alles in het vliegtuig met dezelfde versnelling valt. 

Er werkt geen kracht tussen de mensen en de ondergrond (bv vloer) of ophangpunt (bv touw)

Slide 16 - Tekstslide

KLAAR

Slide 17 - Tekstslide

Zelfstandig werken (tot 11:03)
Huiswerk voor na de VAKANTIE :​
28, 30, 34, 36,   37, 39, 41    (blz 249)

Slide 18 - Tekstslide

Slide 19 - Tekstslide