Blok 3 Herhalingsles 2 leerjaar 1 BBL/KBL/TL

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs

Blok 3 Herhalingsles 2

Leerjaar 1

BBL/KBL/TL

15/01/2021

Startopdracht

- Denk aan de afspraken voor online les;

- Schrijf op een nieuwe blz. bovenaan in je schrift: 'Blok 3 Herhalingsles 2, datum in kantlijn: 15/1;

- Straks: open Office, ga naar 'digitaal lesmateriaal', open je digitale lesboek.

Lesdoelen

- je hebt je via de groepscode aangemeld bij je digitale lesboek;

- je hebt je zelftoets van blok 3 afgemaakt;

- je kent de informatie van blok 3 per onderwerp;

- je kunt opdrachten maken die bij de lesstof van dat blok horen;

- je kunt vragen stellen en uitleg krijgen als je iets niet begrijpt.

Terugblik 1 / huiswerk e-mail

- lijst doornemen per leerling;

- klassikaal oefenen 18/01;

- herkansing inleveren 18/01;

- lukt het niet? stel vragen!

- HUISWERK MAKEN IS JE VOORBEREIDING OP EEN TOETS!

Terugblik 2 / huiswerk radiocommercial/brief

- lijst doornemen per leerling;

- lees de opdracht in je lesboek goed door;

- herkansing inleveren 18/01;

- lukt het niet? stel vragen!

- HUISWERK MAKEN IS JE VOORBEREIDING OP EEN TOETS!

- HUISWERK MAKEN IS JE VOORBEREIDING OP EEN TOETS!

- HUISWERK MAKEN IS JE VOORBEREIDING OP EEN TOETS!

- HUISWERK MAKEN IS JE VOORBEREIDING OP EEN TOETS!

Vandaag: digitaal lesboek/groepscode

1A: LOG IN VIA OFFICE, BIJ 'DIGITAAL LESMATERIAAL , BIJ THIEME.

- KLIK RECHTSBOVEN OP JE NAAM EN KLIK DAN 'GROEPSCODE'.

- BBL             P37NNTY4

- KBL             WSEZ4A7A

- TL                NXKGWJN3

Vandaag: digitaal lesboek/groepscode

1B: LOG IN VIA OFFICE, BIJ 'DIGITAAL LESMATERIAAL , BIJ THIEME.

- KLIK RECHTSBOVEN OP JE NAAM EN KLIK DAN 'GROEPSCODE'.

- BBL             GCA1MAVJ

- KBL             BWKDWYKF

- TL                8NA2SVW5

Zelftoets (af)maken

wat: maak de zelftoets af;

hoe: zelfstandig (zonder hulp, zonder je lesboek);

waarom: testen wat je nu al weet en kunt van blok 3;

tijd: 10 minuten

klaar? werk verder aan je samenvatting / mindmap / woordweb

Fictie

- Je kent verschillende verhaalsoorten;

- je weet wat de kenmerken van een gedicht zijn (tl).

Over welk onderwerp
van fictie heb jij
een vraag/vragen?

Grammatica

- Je weet wat het werkwoordelijk gezegde is;

- Je kent de woordsoorten: werkwoorden, zelfstandige naamwoorden, lidwoorden, (tl: bijvoeglijke naamwoorden, voorzetsels).

Ik heb een vraag over het werkwoordelijk gezegde en het gaat over:

1. persoonsvorm
2. hele werkwoord
3. voltooid deelwoord
4. ik heb hier geen vraag over

Ik heb een vraag over woordsoorten en het gaat over:

1. werkwoorden
2. zelfstandige naamwoorden
3. lidwoorden
4. bijvoeglijke naamwoorden of voorzetsels

Spelling

- je weet wanneer je een i of ie schrijft in een woord;

- je kent de rijtjes van de persoonsvorm: in tegenwoordige tijd en in verleden tijd;

- je kent het meervoud van zelfstandige naamwoorden;

- je weet wat een bijvoeglijk naamwoord is en herkent het.

Persoonvorm t.t. en v.t.

Ik heb een vraag over spelling en het gaat over:

1. i of ie
2. de persoonsvorm t.t of v.t.
3. meervoud van zelfst. nw.
4. bijv. nw.

Lezen

- je weet wat alinea's en tussenkopjes zijn;

- je kunt een tekst in drieën verdelen: inleiding - middenstuk - slot

- je weet wat het tekstdoel 'uitleg geven'  betekent;

- je weet welke manieren van lezen er zijn.

Ik heb een vraag over lezen en het gaat over:

1. alinea's en tussenkopjes
2. de opbouw: inleiding - kern - slot
3. tekstdoel: uitleg geven
4. manieren van lezen

Schrijven

- je kent de verschillende publieken waarvoor je kunt schrijven;

- je past je taalgebruik aan op het publiek;

- je kent de afspraken en regels van taalverzorging;

- je kunt (je voorbereiden op) een tekst schrijven.

Ik heb een vraag over schrijven en het gaat over:

1. publiek
2. taalgebruik
3. taalverzorging
4. een tekst schrijven

Spreken, kijken en luisteren

- ik ken verschillende luistermanieren;

- ik weet wat (deel)onderwerpen zijn en herken ze;

- ik kan een woord of begrip omschrijven en voorspellen;

- ik kan afwisselen in toonhoogte, intonatie, volume, tempo als ik praat.

Ik heb een vraag over s/k/l en het gaat over:

1. luistermanieren
2. (deel)onderwerpen
3. omschrijven of voorspellen
4. toonhoogte, intonatie, volume, tempo

Wat heb ik vandaag
geleerd?

Vooruitblik huiswerk ma. 18/01:

- Schrijven: m. opdr. 42 (BBL); - m. opdr. 49 (KBL); - m. opdr. 45 en 55 (TL) ;

- Spreken, kijken, luisteren: m. opdr. 51 (BBL, blz. 134), m. opdr. 60 (KBL, blz. 156) en m. opdr. 64 (TL, blz. 169)

naar: [e-mail] / [e-mail]