H2C - les 12 - voorbereiden op de toets Fictie en Gedicht
Welkom terug!
Ga alvast naar LessonUp! De les staat voor je klaar.
We lopen volgens planning, fijn!
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1
In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Welkom terug!
Ga alvast naar LessonUp! De les staat voor je klaar.
We lopen volgens planning, fijn!
Slide 1 - Tekstslide
lesdoelen
uitleg wat je kunt verwachten op de toets
extra oefenen
checken lesdoelen
Wat gaan we doen?
Slide 2 - Tekstslide
Lesdoelen
Aan het einde van deze les weet je wat je kunt verwachten op de toets Fictie en Gedicht.
Aan het einde van deze les heb je extra geoefend ter voorbereiding op de toets.
Slide 3 - Tekstslide
Toets H1 t/m H4 Fictie en H1 t/m H5 Gedicht
H1 t/m H4 Fictie
Je kent de theorie.
Je kunt van een fragment het tijdsperspectief bepalen.
Je kunt aangeven of het fragment chronologisch of niet-chronologisch wordt verteld.
Je kunt het vertelperspectief van het fragment achterhalen.
Je kunt de hoofdperso(o)n(en) in het fragment aanwijzen en bepalen en uitleggen of deze perso(o)n(en) round of flat character zijn.
Je kunt uit het fragment allerlei informatie over de hoofdperso(o)n(en) afleiden.
Je kunt uitleggen of het een verhaal een open of gesloten einde kent.
Je kunt je mening geven over het fragment en daarbij een moreel, realistisch of emotief argument gebruiken.
Slide 4 - Tekstslide
Toets H1 t/m H4 Fictie en H1 t/m H5 Gedicht
H1 t/m H5 Gedicht
Je kent de theorie.
Je kunt van gegeven zinnen aangeven welke soort stijlfiguur of vorm van beeldspraak of rijm erin zit.
Je kunt het rijmschema van een gedicht bepalen.
Je kunt uitleggen waar een gedicht precies over gaat.
Je kunt de beeldspraak in gedichten herkennen.
Je kunt rijm (eindrijm en assonantie) in gedichten zien.
Je kunt de stijlfiguur enjambement aanwijzen.
Denk aan spelling en formuleren! Wees zo volledig mogelijk. Vertel! Hoe ga je precies leren?
Slide 5 - Tekstslide
Emotief argument
Moreel argument
Realistisch argument
De vriendinnen hebben ieder hun eigen problemen, wat ze angstvallig voor elkaar verborgen houden. En dat vind ik typisch iets voor tieners.
Ik kon me heel goed in de personages inleven.
Ik vond het een spannend boek omdat er veel cliffhangers waren, je wist nooit wat er ging gebeuren.
Toch geloof je de motivatie van die moordenaar niet heel erg. Daarvoor blijven de karakters te plat en ook de onderlinge verhoudingen blijven te oppervlakkig.
Ik vond het een verschrikkelijk boek, vooral omdat er zoveel racistische ondertonen inzitten.
Slide 6 - Sleepvraag
Let op:
verhaal
begin /
tijdpers
pectief
Slide 7 - Tekstslide
Wat voor soort tijdperspectief had het vorige fragment?
Slide 8 - Open vraag
Let op: vertel
pers-pectief
Slide 9 - Tekstslide
Wat voor soort vertelperspectief had het vorige fragment?
Slide 10 - Open vraag
timer
0:30
Round character
Slide 11 - Woordweb
gekruist rijm
gepaard rijm
omarmend rijm
gebroken rijm
ABBA
ABCB
ABAB
AABB
Slide 12 - Sleepvraag
Wat is het rijmschema? (Bij de volgende vraag invullen, dus schrijf het nu even in je schrift)
Slide 13 - Tekstslide
Wat is het rijmschema van het gedicht 'Los'?
Slide 14 - Open vraag
A B
B
A
C D E D
F F G G
Slide 15 - Tekstslide
'Los' had iedere strofe een ander rijmschema. Benoem het per strofe ABBA - CDED - FFGG
A
gepaard - gekruist - omarmend
B
omarmend - gebroken - gepaard
C
gepaard - gebroken - omarmend
D
omarmend - gekruist - gepaard
Slide 16 - Quizvraag
Zie je:
vergelijking metafoor personificatie
Zie je:
enjambement assonantie
Slide 17 - Tekstslide
Even terug naar de lesdoelen
Is duidelijk wat je precies kunt verwachten op de toets Fictie en Gedicht?
Hoe gingen de vragen? Hoe ver ben je met je voorbereiding?