Les 26 ww-spelling voltooid deelwoord

Welkom allemaal 
Jas uit, tas op de grond
telefoons in 't zakkie 
spullen voor je pakken: laptop, boek, aantekeningenmap, pen/potlood etc.

--> starten met NUMO 
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 90 min

Onderdelen in deze les

Welkom allemaal 
Jas uit, tas op de grond
telefoons in 't zakkie 
spullen voor je pakken: laptop, boek, aantekeningenmap, pen/potlood etc.

--> starten met NUMO 

Slide 1 - Tekstslide

Het programma 
terugblik vorige les
voorkennis activeren 
de lesdoelen 
uitleg les 26
klassikaal opdrachten maken
terugkoppeling lesdoel 

Slide 2 - Tekstslide

Persoonsvorm verleden tijd
  • Zwakke werkwoorden:
    1. -en eraf,
    2. -te/-ten of -de/-den toevoegen
  • Sterke werkwoorden: lopen --> liepen 

Slide 3 - Tekstslide

Ik heb gisteren ....

Slide 4 - Woordweb

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet ik wat een voltooid deelwoord is.

Aan het einde van de les kan ik uitleggen welk trucje ik gebruik om een voltooid deelwoord op te schrijven. 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Tekstslide

Slide 11 - Tekstslide

Schrijf het voltooid deelwoord op.
1: Joris heeft haar _____________ (zoenen).
2: Danielle heeft haar alles ______________ (beloven).
3: Ik heb mijn sleutels __________________ (vinden).
4: Sara heb me gisteren __________________ (aanmelden).
5: Maartje heeft zijn verjaardag _______________ (vieren). 
6. Mijn moeder heeft mijn zusje ________________ (ophalen). 

--> voltooid deelwoord is nooit de persoonsvorm!











Slide 12 - Tekstslide

Schrijf het voltooid deelwoord op.
1: Maartje heeft al zijn brieven _________________ (weggooien). 
2: Anouk heeft hem __________________ (kussen). 
3: Elisa heeft zijn vingers ________________ (verbranden). 
4: Iris heeft een mooi verhaal ______________ (schrijven).
5: Het is gisterenavond ________________ (gebeuren).
6. Hij heeft gisteren ________________ (daten) 




Slide 13 - Tekstslide

Leerdoelen
Aan het einde van de les weet ik wat een voltooid deelwoord is.




Aan het einde van de les kan ik uitleggen welk trucje ik gebruik om een voltooid deelwoord op te schrijven. 

Slide 14 - Tekstslide