Week 3, les 1

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

La clase de hoy
La meta de la clase: het doel van les
Weten hoe je werkwoorden van de presente perfecto moet vervoegen. Je kunt minimaal drie werkwoorden vervoegen.  

Repaso (herhalen)
-Woordenschat hoofdstuk 1 "Entre mar y montaña".
- Jullie oefenen met de "presente perfecto".
- Oefenen luistervaardigheid.
                                     

Slide 2 - Tekstslide

El programa de hoy
  • 5 min - Bienvenidos
  • 5 min  - gatentekst 
  • 15 min - frases clave
  • 15 min -  vocabulario de verbos
  • 10 min - perfecto
  • 10 min - Vocabulario
  • 15 min - los deberes 
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

Una mañana en el parque

Hoy (1) es un día muy bonito. El sol brilla en el cielo y no hay nubes. Yo (2)  voy al parque con mi perro, Luna. Ella siempre (3) está muy feliz cuando (4) salimos a caminar.

Cuando (5) llego al parque, veo a algunos amigos. Nosotros hablamos un poco y luego (6) jugamos con la pelota. Después, mi amigo Pedro me dice: "Esta mañana, yo (8) he corrido cinco kilómetros. (9) Ha sido difícil, pero ahora (10) me siento muy bien."

 Yo también (11)  he caminado mucho hoy. Ahora, (12) me siento un poco cansado, pero (13) es un día muy agradable y me gusta estar aquí.

Slide 4 - Tekstslide

¡A trabajar!
¿Qué? Wb p. 21 ejercicio 16A en C y 17
¿Cómo? en parejas 
¿Tiempo? 15 minutos 
¿Objetivo? aprender las frases clave 


timer
15:00
1. Las frases clave 

Slide 5 - Tekstslide

¡Repasamos!

Slide 6 - Tekstslide

presente perfecto

Slide 7 - Tekstslide

El presente perfecto 
(voltooid tegenwoordige tijd)

  • Om te vertellen over wat je in het (recente) verleden gedaan hebt.
  • In het Nederlands: ik ben geweest, ik heb gedaan.

Slide 8 - Tekstslide

Hoe maak je de perfecto?
koppelwerkwoord haber + voltooid deelwoord (Sp: participio)

voltooid deelwoord =
stam + ado/ido



Slide 9 - Tekstslide

voltooid deelwoord=

participio

   ww op -ar= ado    cant ado 

    ww op -er= ido    com ido   

 ww op -ir= ido       viv ido

let op:

het hulpwerkwoord en het voltooid deelwoord staan altijd bij elkaar!!!!!

hulp-ww

Haber:

he

has

ha


hemos

habéis

han

Slide 10 - Tekstslide

Woordvolgorde
  • De werkwoorden staan meteen achter elkaar: 
  • He comido un bocadillo.
  • Ik heb een broodje gegeten.
  • We zijn vandaag naar de winkel geweest.
  • Hemos ido a la tienda hoy.

Slide 11 - Tekstslide

Je gebruikt de presente perfecto bij: 

  • Je vertelt wat je hebt gedaan.
  • Je vertelt over een periode die nog loopt.

VB:
¿Qué has hecho este verano?
Wat heb je deze zomer gedaan?
De signaalwoorden die bij de presente perfecto horen zijn: 
  • hoy = vandaag 
  • esta semana = deze week 
  • este año = dit jaar 
  • alguna vez = ooit 
  • todavía no = nog niet
  • ya = al 
  • muchas veces = vaak 
  • no = niet 
  • nunca = nooit 

Slide 12 - Tekstslide

Decir
Dicho
Escribir
Escrito
Hacer
Hecho
Ver
Visto
Abrir
Abierto
Poner
Puesto
Volver
Vuelto
Onregelmatige ww in de presente perfecto.

Slide 13 - Tekstslide

A trabajar!
A trabajar! Schrijf de antwoorden in je schrift
1. Schrijf het voltooid deelwoord op van:

1. Pensar
2. Comer
3. llorar
4. escribir
5. volar
2. Vervoeg de werkwoorden in de presente perfecto
  1. Nina..... (Caminar) por las playas de Cádiz.
  2. Hoy.....(perder) mis libros.
  3. ...... (hacer) los deberes.
3. Schrijf nu 1 zin in de presente perfecto: Wat heb je deze zomer gedaan? 
- Gebruik de tijdsaanduidingen om te beginnen
timer
10:00

Slide 14 - Tekstslide

A trabajar!
A trabajar! Schrijf de antwoorden in je schrift
1. Schrijf het voltooid deelwoord op van: 

1. Pensado
2. Comido
3. llorado
4. escrito
5. volado
2. Vervoeg de werkwoorden in de presente perfecto
  1. Nina ha caminado por las playas de Cádiz.
  2. Hoy he perdido mis libros.
  3.  has hecho los deberes.
3. Schrijf nu 1 zin in de presente perfecto: Wat heb je deze zomer gedaan? 
- Gebruik de tijdsaanduidingen om te beginnen

Este verano he viajado mucho. 
Dit zomer heb ik veel gereisd.
timer
10:00

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Link

¡A trabajar!
¿Qué?  
WB p.20 ejercicio 15
WB. p. 25 ejercicio 21
¿Cómo? Individual 
¿Tiempo? 15 minutos 
¿Objetivo? Repasar con los verbos del presente 


2. Presente
timer
20:00

Slide 17 - Tekstslide

Vocabulario
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Los deberes 
Hacer:
WB p.20 ejercicio 15
WB p. 21 ejercicio 16A, C y 17
WB. p. 25 ejercicio 21

Slide 19 - Tekstslide