Week 3

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba
1 / 27
volgende
Slide 1: Tekstslide
SpaansMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 27 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

¡Bienvenidos!
Mevrouw de Cuba

Slide 1 - Tekstslide

La clase de hoy
La meta de la clase: het doel van les
je kan de werkwoorden van presente perfecto en de presente toepassen in een tekst.Je kunt minimaal vijf werkwoorden herkennen en vervoegen

Repaso (herhalen)
-Woordenschat hoofdstuk 1 "Entre mar y montaña".
- Jullie oefenen met de "presente perfecto" y el "Presente"
- Oefenen leesvaardigheid
                                     

Slide 2 - Tekstslide

El programa de hoy
  • 5 min - Bienvenidos
  • 15 min - leesvaardigheid 
  • 30 min -  presente y pretérito perfecto
  • 15 min - StudyGO en leren
  • Afsluiten

Slide 3 - Tekstslide

BEGINTAAK
timer
3:00

Slide 4 - Woordweb

BEGINTAAK

Slide 5 - Tekstslide

TB PG. 14
¿Qué tipo de texto es?

¿Qué información puedes encontrar (vinden) en este texto?

Slide 6 - Tekstslide

LEE LA INTRODUCCIÓN
¿Qué verbos hay en el texto?

Slide 7 - Tekstslide

¡A trabajar!
25

¿Qué? Wb p. 29 ejercicio 25
¿Cómo? individualmente  
¿Tiempo? 15 minutos 
¿Objetivo? practicar con la comprensión lectora 


timer
15:00
1. La comprensión lectora

Slide 8 - Tekstslide

Presente de indicativo
Herhaling

Slide 9 - Tekstslide

Vervoeg de werkwoorden in Presente de Indicativo:

1. . (trabajar) Yo _______________ en una oficina

A
trabajas
B
trabajo
C
trabajamos
D
trabajan

Slide 10 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

2. (escribir)¿Vosotras _______ vuestro apellido con la V o
con la W?

A
escribís
B
escribo
C
escribimos
D
escribes

Slide 11 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

3. (beber)El niño ______ mucha leche.

A
bebéis
B
beben
C
bebo
D
bebe

Slide 12 - Quizvraag

Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

5. (correr)¡Ustedes _______ mucho!


A
corremos
B
corren
C
corro
D
corréis

Slide 13 - Quizvraag



Vervoeg het werkwoorden in Presente de Indicativo:

6. (vivir)María ______ en el quinto piso de este edificio.



A
vivo
B
viven
C
vivimos
D
vive

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

De voltooid tegenwoordige tijd
1.  Wat is de presente perfecto?
2. De vorm van de presente perfecto.
3. Wanneer gebruik je presente perfecto?
4. Signaalwoorden.
Presente perfecto

Slide 16 - Tekstslide

Presente perfecto
De voltooid tegenwoordige tijd
In het nederlands:

Ik heb een mooi boek gelezen.
Ik ben bij de kapper geweest.

hulpwerkwoord + voltooid deelwoord

Slide 17 - Tekstslide

De vorm van de presente perfecto
Hulpwerkwoord + voltooid deelwoord:
 


ww-ar: stam + ado
ww-er: stam + ido
ww-ir: stam + ido
haber +

Slide 18 - Tekstslide

Geef de vorm aan van de Presente perfecto

Slide 19 - Open vraag

¿Cuándo se usa el Presente Perfecto?
Wanneer gebruik je presente perfecto?

De voltooid tegenwoordige tijd (Presente perfecto)
Om handeling of gebeurtenis aan te duiden die al plaats gevonden heeft, maar die nog relatie heeft met het heden.

Ejemplo:   Esta mañana he desayunado (Vanmorgen heb ik ontbeten)
 Voorbeeld:  Hoy he trabajado (Vandaag heb ik gewerkt)


Slide 20 - Tekstslide

Wanneer gebruik je presente perfecto?

Slide 21 - Open vraag

Woorden waarmee je de Presente Perfecto
kunt herkennen
Signaalwoorden:

Ejemplo: Este año no he ido de vacaciones
Voorbeeld: Dit jaar ben ik niet op vakantie geweest.


Ejemplo: Has estado alguna vez en Amsterdam?
Voorbeeld: Ben je wel eens in Amsterdam geweest?

Slide 22 - Tekstslide

De vorm van de Presente perfecto

Slide 23 - Tekstslide

¡A practicar!



Maken: Opdracht 8 en 9 a pagina 13

Slide 24 - Tekstslide

¿Qué?  oefentoets
¿Cómo? Individual 
¿Tiempo? 30 minutos 
¿Objetivo? Repasar con los verbos del presente (voorbeeld voor de toets). 


3. Presente
timer
30:00

Slide 25 - Tekstslide

Vocabulario
timer
10:00

Slide 26 - Tekstslide

Los deberes 
LEREN VOOR DE TOETS!

Slide 27 - Tekstslide