4.1 h4 verhoudingsformules deel 2

Zouten
4.1 verhoudingsformules deel 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Zouten
4.1 verhoudingsformules deel 2

Slide 1 - Tekstslide

Formules van zouten
In zouten trekken de positieve en negatieve ionen elkaar aan door de tegengestelde ladingen. In het ionrooster dat ontstaat zijn alle ionen gestapeld. De positieve ionen zijn omgeven door negatieve ionen en de negatieve ionen door positieve. Er zijn dus geen zoutmoleculen aan te wijzen. Voor een zout geef je in de formule aan in welke VERHOUDING de ionen voorkomen in het ionrooster (verhoudingsformule)


Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Opstellen zoutformule: (blz 112)
  1. noteer de formules van de ionen
  2. zet de verhouding eronder, de totale lading moet nul zijn
  3. schrijf de verhoudingsformule op. Aantallen noteer je rechtsonder, laat het cijfer 1 weg
  4. schrijf de zoutformule op zonder lading


Voorbeeld 1: magnesiumchloride
  1.       Mg2+       Cl                                        
  2.          1       :        2     (1x2+) + (2x1-) = 0                                                          
  3.    (Mg2+  )(Cl- )2                                              
  4. Mg Cl 2

Slide 4 - Tekstslide


1. 
2    2     :     3
3. 
4. 
Hoe stel je een zoutformule op?
Voorbeeld ijzer(III)oxide
Fe3+
O2
(Fe3+)2(O2)3
Fe2O3(s)

Slide 5 - Tekstslide

Wat is de juiste verhoudingsformule van kaliumoxide ?
oefenen
A
K2O2
B
K2O
C
KO2
D
KO

Slide 6 - Quizvraag

Wat is de naam van CuO
A
Koperoxide
B
Koper(I)oxide
C
Koper(II)oxide
D
Koper(III)oxide

Slide 7 - Quizvraag

Ik kan de verhoudingsformule van een zout met enkelvoudige ionen geven
leerdoelencheck
A
nee, ik weet niet wat een verhoudingsformule is
B
nee, ik snap niet wat die getallen boven en onder het ion betekenen
C
nee, ik snap niet hoe je de verhouding kunt weten
D
als ik de lading van de ionen heb geleerd, lukt me dit wel

Slide 8 - Quizvraag

Wat is de formule van natriumcarbonaat?
A
(Na)2CO3
B
Na2CO32
C
Na2CO3
D
Na2(CO3)2

Slide 9 - Quizvraag

Ionen met zwavel

  • Sulfide-ion : S2-
  • Sulfaat-ion : SO42-
  • Sulfiet-ion : SO32-

Slide 10 - Tekstslide

wat is de formule van sulfaat?
A
SO32
B
SO3
C
SO42
D
SO4

Slide 11 - Quizvraag

Wat is de verhoudingsformule van natriumsulfaat?
A
Na2S
B
Na2SO4
C
Na2SO3
D
NaSO3

Slide 12 - Quizvraag

Wanneer moet je in de formule van een zout haakjes gebruiken?
A
altijd
B
altijd bij enkelvoudige ionen
C
altijd bij samengestelde ionen
D
alleen bij samengestelde ionen die meer dan 1x voorkomen

Slide 13 - Quizvraag

Wat is de formule van ammoniumsulfaat?
A
(NH4)2SO4
B
(NH4)(SO4)
C
NH4SO4
D
NH4(SO4)2

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de formule van aluminiumhydroxide?
A
AlOH
B
AlOH3
C
AlOH2
D
Al(OH)3

Slide 15 - Quizvraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van ijzer (III) nitraat ?
A
Fe2 (NO3)2
B
Fe (NO3)3
C
Fe (NO3)2
D
Fe NO3

Slide 16 - Quizvraag

Wat is de juiste verhoudingsformule van tin(II)jodide ?
oefenen
A
Sn2I2
B
Sn2I
C
SnI2
D
SnI

Slide 17 - Quizvraag

Ik kan de verhoudingsformule van een zout met samengestelde ionen geven
leerdoelencheck
A
nee, ik weet niet wat een samengesteld ion is
B
nee, ik snap niet wat die getallen boven en onder het ion betekenen
C
nee, ik snap niet hoe je de verhouding kunt weten
D
als ik de lading van de ionen heb geleerd, lukt me dit wel

Slide 18 - Quizvraag

Wat is de naam van NO2?
A
Stikstofoxide
B
Stikstof(I)oxide
C
Stikstof(II)oxide
D
Stikstofdioxide

Slide 19 - Quizvraag

Eigen werk
Maak opgave 8 (online)
Leer de lading van de 
ionen uit tabel 1 (blz 111) 
oefenen
#100%
leren

Slide 20 - Tekstslide

Heb je nog een vraag over deze les? Stel hem dan hier

Slide 21 - Open vraag