In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 40 min
Onderdelen in deze les
3K Pincode ed7 hoofdstuk 7.2
Pak je boek erbij
Log in op Lessonup
Telefoon in de tas
Slide 1 - Tekstslide
Vandaag
Opening
Weten we het nog / nakijken
Zekerheid voor iedereen?
Aan de slag!
Afsluiting
Aan het eind van de les weet je het verschil tussen sociale voorzieningen en verzekeringen. Ook weet je hoe betaalbaar deze zijn.
Slide 2 - Tekstslide
Wat hoort bij infrastructuur?
A
vrachtwagen
B
mobiele telefoon
C
riolering
D
satelliet
Slide 3 - Quizvraag
In welke sector vind je alle bedrijven die winst willen maken terug?
A
Particuliere sector
B
Primaire sector
C
Collectieve sector
D
Secundaire sector
Slide 4 - Quizvraag
De overheid wil het gedrag van burgers en bedrijven stimuleren. De overheid kan dit doen door ..
A
te innoveren.
B
subsidie te geven.
C
accijns te heffen.
D
boetes uit te delen.
Slide 5 - Quizvraag
Gedrag stimuleren
Gedrag afremmen
Slide 6 - Sleepvraag
Welke onderstaande voorzieningen zijn géén collectieve goederen?
A
Assink College
B
Medisch Spectrum Twente
C
Straatverlichting
D
McDonalds Holten
Slide 7 - Quizvraag
Collectieve sector
Particuliere sector
Winst is het doel
Heeft geld nodig voor het uitvoeren taken
Commerciële bedrijven
UWV, Politie, Brandweer
AH, Media Markt, Coolblue
Slide 8 - Sleepvraag
Het treinverkeer was vroeger in het bezit van de overheid. Nu doet de NS het. Welk begrip past hierbij?
A
Marktwerking
B
Collectieve goederen
C
Privatisering
D
Particuliere sector
Slide 9 - Quizvraag
Verzorgingsstaat
1. Iedereen kan gebruik maken van onderwijs of een ziekenhuis of een uitkering -> daarom is nederland een verzorgingstaat.
2. niemand hoeft om te komen van de honger, er is namelijk een sociaal minimum -> een bedrag dat je nodig hebt om van te leven. (bijv. zorgtoeslag/huurtoeslag/bijstand)
Slide 10 - Tekstslide
actieven en niet actieven
Solidariteitsbeginsel: de mensen met een baan betalen voor de mensen die een uitkering krijgen.
actieven
niet-actieven
belasting en premie
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Problemen sociale zekerheid
1. Vergrijzing -> er zijn te weinig actieven die kunnen betalen voor de niet-actieven (passieven)
Gevolg -> AOW leeftijd gaat van 65 naar 67 jaar.
2. Participatie wet -> er wordt gekeken of je kan werken als je een bijstand uitkering krijgt. (gedeeltelijk)
Slide 13 - Tekstslide
Wat is de juiste omschrijving van het solidariteitsbeginsel?
A
Prijsafspraken tussen bedrijven
B
Werkenden betalen voor niet werkenden
C
Twee bedrijven die gaan samenwerken
D
De rijkste mensen betalen de meeste belasting
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een verzorgingsstaat?
Slide 15 - Open vraag
Als je met pensioen gaat ontvang je de volgende volksverzekering
A
AOW
B
WW uitkering
C
Zorgtoeslag
D
Wia uitkering
Slide 16 - Quizvraag
Morgan volgt een studie op het HBO dan krijgt zij
A
Kinderbijslag
B
een Wajong-uitkering
C
Bijstand
D
Studiefinanciering
Slide 17 - Quizvraag
De WW is een werknemersverzekering
A
Juist
B
Onjuist
Slide 18 - Quizvraag
De mensen die werken en belasting/premie betalen noemen we de ......
A
actieven
B
niet actieven
C
Sociaal minimum
D
Verzorgingsstaat
Slide 19 - Quizvraag
Sociale zekerheid
Volksverzekeringen
Sociale voorzieningen
Sociale verzekeringen
Werknemers-verzekeringen
Slide 20 - Sleepvraag
Welke uitkering krijg je als je geen arbeidsverleden hebt en geen inkomen hebt?