5.5 Gedrag

Gedrag
Leg je boek op tafel blz. 94
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Gedrag
Leg je boek op tafel blz. 94

Slide 1 - Tekstslide

Terugblik

Slide 2 - Tekstslide

geur 
ruiken 
neus 
licht 
smaak 
aanraking
geluid 
voelen
zien
horen 
proeven
huid 
tong 
oog
oor 

Slide 3 - Sleepvraag

Onderdelen van de huid
Kiemlaag
Lederhuid
Talgklier
Spiertje
Zweetklier

Slide 4 - Sleepvraag

3) Geluid komt je oor binnen. Zet de onderdelen die het geluid tegen komt (van links naar rechts) in de goede volgorde. 
Gehoorgang
2
3
4
Trommelvlies
Gehoor-
beentjes
Slakkenhuis

Slide 5 - Sleepvraag

hoe heten de volgende onderdelen van het oog?
Netvlies
Pupil
Lens

Slide 6 - Sleepvraag

Zet het onderdeel van je oor bij het juiste nummer:
3
4
10
2
7
11
oorschelp
trommelvlies
slakkenhuis
gehoorbeentjes
gehoorzenuw
gehoorgang

Slide 7 - Sleepvraag

Harde oogvlies
Netvlies
Vaatvlies

Vangt lichtprikkels op
beschermt alles wat binnenin het oog zit
Hierin zitten de bloedvaatjes die stoffen vervoeren die het oog nodig heeft

Slide 8 - Sleepvraag

Hoe reageert de huid bij warmte of kou?
huid bij kou
huid bij warmte
de bloedvaten zijn nauw
De bloedvaten zijn wijd
Spieren trekken samen (rillen)
Kippenvel
Je zweetklieren produceren meer zweet.

Slide 9 - Sleepvraag

warm
koud
rode huid
bleke huid
nauwe bloedvaatjes
wijde bloedvaatjes
zweet
rillen
haartjes  rechtop
haartjes  liggen

Slide 10 - Sleepvraag

Leerdoelen
5.5.9 Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat.
5.5.10 Je kunt beschrijven wat gedrag is.
5.5.11 Je kunt benoemen waardoor gedrag wordt bepaald.











Slide 11 - Tekstslide

Wat is gedrag?
Alles wat een mens of dier doet is gedrag. 
Lachen, lopen, kijken, praten, stilstaan zijn allemaal voorbeelden van gedrag. 

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Prikkels
Verkoeling zoeken is een bewuste reactie  op een prikkel (de hitte). Er zijn verschillende soorten prikkels: van binnen het lichaam (honger of dorst bv.) en van buiten het lichaam (warmte, iets horen/zien of ruiken). De prikkels van buiten het lichaam neem je waar met je zintuigen. 

Slide 14 - Tekstslide

Respons
De reactie (antwoord) op een prikkel heet een respons. 
Bestaat over het algemeen uit een aantal handelingen. 
De vos moet kijken, uitwijken en rennen tegelijk. 

Slide 15 - Tekstslide

Gedrag
 Gedrag bestaat uit reacties op prikkels. Stoppen voor een rood licht is gedrag. Door rood rijden is ook gedrag.

Dingen die je doet, noem je handelingen. Bijvoorbeeld zitten, opstaan, slapen of naar iets kijken. Gedrag bestaat uit handelingen.


Slide 16 - Tekstslide

Aangeboren/aangeleerd
Aangeboren gedag = erfelijke factoren (genen) bepalen gedrag
- wordt bij dieren vaak instinct genoemd
Aangeleerd gedrag = gedrag ontstaan door leren
Gedrag is vaak een combinatie van aangeboren en aangeleerd gedrag.
Bij mensen speelt leren een belangrijkere rol dan bij dieren. 

Slide 17 - Tekstslide

Aangeboren gedrag
Schilpadden gaan gelijk naar zee     Een spin maakt een web                     Vogel maakt een nest                        Gans rolt ei terug in nest
Zuigreflex bij baby's                          Een rups maakt een pop                Dolfijnen springen uit het water          Ganzen vinden het zuiden

Slide 18 - Tekstslide

Leren speelt een grote rol



Gedrag wordt
beïnvloed door normen en waarden.
Veel mensen vinden het prettig als andere mensen ongeveer hetzelfde gedrag vertonen als zijzelf. Mensen hebben daarom normen en waarden voor hun gedrag.
Gedrag bij mensen

Slide 19 - Tekstslide

Normen en waarden
Waarden: een opvatting over wat belangrijk is. Bijvoorbeeld: eerlijkheid.
Normen: gedragsregels die gebaseerd zijn op waarden. Bijvoorbeeld: niet stelen, niet liegen, niet spieken.

Soms botsen normen, bijvoorbeeld vrijheid van meningsuiting en geen discriminatie.

Slide 20 - Tekstslide

Onthoud
9 Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat.
• Bewuste reactie:
– In de hersenen ontstaan impulsen.
– De impulsen gaan door zenuwen naar spieren.
• Respons: een reactie op een prikkel.
10 Je kunt beschrijven wat gedrag is.
• Gedrag: alles wat een mens of dier doet.
– Gedrag bestaat uit handelingen.
• Gedrag is een reactie op een prikkel.
11 Je kunt benoemen waardoor gedrag wordt bepaald.
• Gedrag is deels aangeboren en deels aangeleerd.
• Mensen beoordelen gedrag aan de hand van normen en waarden.
– waarden: dingen die mensen belangrijk vinden in het leven
– normen: gedragsregels op basis van waarden

Slide 21 - Tekstslide

Aan het werk! Biologie
Wat? 5.5 Gedrag - Lezen + Maken opdrachten 1 t/m 10
Waar? in het boek. blz. 94 t/m 100

Hoe? Als het bord op rood staat werk je alleen en in stilte.
Als het bord op groen staat mag je fluisterend overleggen met je buurman. 
Heb je vragen? Steek je hand op en ik kom bij je. 
Klaar? Test Jezelf! 
Ook klaar? Maak de samenhang op blz. 104

timer
1:00

Slide 22 - Tekstslide

Leerdoelen
5.5.9 Je kunt beschrijven hoe een bewuste reactie ontstaat.
5.5.10 Je kunt beschrijven wat gedrag is.
5.5.11 Je kunt benoemen waardoor gedrag wordt bepaald.











Slide 23 - Tekstslide