Toets G 1 ch3 2021

G1 online oefentoets ch3
Février 2021
1 / 35
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

In deze les zitten 35 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

G1 online oefentoets ch3
Février 2021

Slide 1 - Tekstslide

Afspraken
Jullie gaan een oefentoets maken over chapitre 3. 
Hiermee krijgen jij én je docent een goed beeld van hoe het gaat en wat je nog moet vragen of oefenen voor de echte toets. 
Doe dus je boeken aan de kant en maak de toets serieus. 
Dan levert het ons allemaal wat op!

Je hebt 30 minuten de tijd om de hele toets te maken.

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Vocabulaire

Slide 4 - Tekstslide

la semaine
le secret
le rendez-vous
le cours
les devoirs
le contrôle
de toets
de afspraak
de les
de week
het huiswerk
het geheim

Slide 5 - Sleepvraag

Traduis la phrase (vertaal de zin):
Aujourd'hui, nous avons l'histoire et les maths.

Slide 6 - Open vraag

Traduis la phrase:
Tu as une bonne note ? Moi aussi!

Slide 7 - Open vraag

Traduis la phrase en français:
De leerling gaat nu naar huis.

Slide 8 - Open vraag

Traduis la phrase en français.
Ik ben klaar om vijf uur.

Slide 9 - Open vraag

Traduis la phrase en français.
Hij houdt van Engels.

Slide 10 - Open vraag

Grammaire

Slide 11 - Tekstslide

Waar zie je alleen maar goede vormen van het werkwoord 'être'?
A
Je suis, nous sommes, elles ont
B
Tu es, il est, vous etez
C
Il es, nous sommes, ils sont
D
Tu es, elle est, vous êtes

Slide 12 - Quizvraag

Traduis:
(Zij is) _____ la soeur de Pierre.

Slide 13 - Open vraag

Traduis:
(Wij zijn) _____ à la piscine.

Slide 14 - Open vraag

Traduis:
(Jullie zijn) ____ au collège?

Slide 15 - Open vraag

Vul de juiste werkwoordsvorm in. Kijk goed of je être of avoir nodig hebt!
Nous ____ un petit jardin
La prof _____ très sévère.
Pierre ___ une soeur?
Ils ____ dans la piscine?
Paul et Marie ____ une bonne note en français.
Tu ___ quel âge?
as
sont
a
avons
est
ont

Slide 16 - Sleepvraag

Vul het bezittelijk vnw in:
(mijn) ___ parents sont sympas
A
mon
B
ma
C
mes
D
tes

Slide 17 - Quizvraag

Vul het bezittelijk vnw in:
Tu aimes (jouw) _____ classe?

Slide 18 - Open vraag

Vul het bezittelijk vnw in:
C'est l'école de David. C'est (zijn) ____ école.

Slide 19 - Open vraag

Vul het bezittelijk vnw in:
Tu connais (mijn) ____ tante?

Slide 20 - Open vraag

Vul het bezittelijk vnw in:
Vous trouvez (jullie) _____ cahiers.

Slide 21 - Open vraag

Vul het bezittelijk vnw in:
Ce sont (hun) _____ cousins.

Slide 22 - Open vraag

Les phrases clés

Slide 23 - Tekstslide

Traduis:
In welke klas zit je?

Slide 24 - Open vraag

Geef in het Frans antwoord op de vraag: Tu es en quelle classe?

Slide 25 - Open vraag

Traduis:
Welke vakken heb je op woensdag?

Slide 26 - Open vraag

Zeg dat je op vrijdag engels en aardrijkskunde hebt.

Slide 27 - Open vraag

Traduis: Wat is jullie lievelingsvak?

Slide 28 - Open vraag

Traduis:
Mijn lievelingsvak is tekenen.

Slide 29 - Open vraag

Vertel dat je een 9 hebt.

Slide 30 - Open vraag

Quelle heure est-il?

Slide 31 - Tekstslide

Vertel in het Frans hoe laat het is op de klok.

Slide 32 - Open vraag

Vertel in het Frans hoe laat het is op deze klok.

Slide 33 - Open vraag

Als laatste nog een vraag over de online lessen. Welke wensen heb je daarvoor? Wat wil je graag anders/meer/minder?

Slide 34 - Open vraag

Slide 35 - Tekstslide