Klas H1 China OEFENTOETS

Klas 2 H1 China Oefentoets

Lees de vragen goed en wees zo uitgebreid en duidelijk mogelijk bij het geven van antwoorden op de vragen. 

Succes!
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Klas 2 H1 China Oefentoets

Lees de vragen goed en wees zo uitgebreid en duidelijk mogelijk bij het geven van antwoorden op de vragen. 

Succes!

Slide 1 - Tekstslide

Vraag 1. Iemand doet twee uitspraken:

I Zuid-Korea, Taiwan, Singapore en Hongkong worden vanwege hun snelle ontwikkeling ook wel tijgerlanden genoemd.
II De berggebieden en woestijngebieden in China zijn dunbevolkt, er is in China dus sprake van een ongelijke bevolkingsspreiding.

A
I en II zijn beide goed
B
I en II zijn beide fout.
C
I is goed en II is fout.
D
I is fout en II is goed.

Slide 2 - Quizvraag

2a. Geef een definitie van het begrip levensverwachting.

Slide 3 - Open vraag

2b. Beschrijf hoe de levensverwachting van invloed kan zijn op de vergrijzing.

Slide 4 - Open vraag

3a. Waarom is de bevolkingsdichtheid zo laag in het westen van China?

Slide 5 - Open vraag

3b. Welke twee uitspraken zijn juist?
A
Nederland heeft een hogere urbanisatiegraad dan China
B
China heeft een hogere urbanisatiegraad dan Nederland
C
Nederland heeft een hoger urbanisatietempo dan China
D
China heeft een hoger urbanisatietempo dan Nederland

Slide 6 - Quizvraag

3c. Waarom heeft de Chinese regering de eenkindpolitiek ingevoerd?

Slide 7 - Open vraag

3d. Waarom laat de overheid het nu toch toe dat gezinnen twee of drie kinderen mogen krijgen?

Slide 8 - Open vraag

4a. Welke twee uitspraken over de groei van de stad Shenzen zijn juist?
A
Veel arbeidsmigranten zijn erbij gekomen
B
Shenzen is een NIC geworden.
C
Shenzen was de eerste SEZ, hierdoor zijn er veel MNO's in Shenzen.
D
Er is veel hightechindustrie gekomen

Slide 9 - Quizvraag

4b. Waarom zijn in China de Speciale
Economische Zone's (SEZ)
vooral aan de oostkust gelegen?
A
Daar is het klimaat gunstig voor de industrie
B
Daar zijn de grondprijzen het goedkoopst
C
Daar zijn havens, dus kan er makkelijk transport plaatsvinden
D
Dat heeft de overheid nu eenmaal zo besloten

Slide 10 - Quizvraag

5a. Wat is de definitie van bevolkingspolitiek?

Slide 11 - Open vraag

5b. Bekijk de figuur hiernaast. De staaf van de leeftijdsgroep 45-49 jaar is het grootst/langst. De staaf van de leeftijdsgroep van 40-45 jaar is
ineens een stuk kleiner. Wat heeft dit te maken met de
bevolkingspolitiek in China? Leg je antwoord uit.

Slide 12 - Open vraag

5c. Welke vorm heeft het bevolkingsdiagram in China?

Slide 13 - Open vraag

Vraag 6a. Bekijk de kaart.
Welk begrip past het beste bij Ikea?
A
Multinationale onderneming (afkorting: MNO)
B
Assemblage
C
Kolonie
D
Stadsgewest

Slide 14 - Quizvraag

6b. Welke fase van de productieketen zie je op de foto?
A
Fase 1
B
Fase 2
C
Fase 3
D
Geen van deze

Slide 15 - Quizvraag

7a. Geef een omschrijving van het begrip globalisering.

Slide 16 - Open vraag

7b. Bekijk de figuur. Welk gevolg van globalisering is
hier zichtbaar? Noem het begrip en leg uit waarom
dit te maken heeft met globalisering.

Slide 17 - Open vraag

8a. Bekijk de figuur. Het waterverbruik in procenten van de totale
hoeveelheid oppervlakte water is zowel in het zuidoosten als in het zuidwesten laag: minder dan 10.
Leg voor het zuidwesten uit dat dit onder andere te maken heeft
met een demografisch kenmerk.

Slide 18 - Open vraag

8b. Niet alleen de hoeveelheid mensen die in een gebied wonen kan het watergebruik verklaren, maar ook de welvaart van de mensen in een gebied. Leg dit uit.

Slide 19 - Open vraag

8c. Het is goed om niet alleen naar het inkomen te kijken. Je moet ook kijken naar de kwaliteit van leven van de bewoners: dit noem je het welzijn. Het welzijn in een gebied kan je meten door naar de 4 basisbehoeften van een mens te kijken. Wat zijn deze?
A
gezondheidszorg, voedsel, geld, stemrecht
B
geld, voedsel, huisvesting, onderwijs
C
gezondheidszorg, voedsel, huisvesting, onderwijs
D
gamen, frituursnacks, films, huiswerk

Slide 20 - Quizvraag

Vraag 9a.
Bekijk de link: https://wikikids.nl/Lijst_van_grote_Nederlandse_steden
Hoeveel megasteden heeft Nederland?
A
7
B
3
C
24
D
0

Slide 21 - Quizvraag

Vraag 9b.
Bekijk de link: https://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_grote_steden_in_de_Volksrepubliek_China
Hoeveel megasteden heeft China?
A
7
B
3
C
24
D
0

Slide 22 - Quizvraag

Vraag 9c. Leg het verschil tussen global city en wereldstad uit.

Slide 23 - Open vraag

Heb je nog vragen over de leerstof van Hoofdstuk 1 China?

Slide 24 - Open vraag