Ordening klas 1

1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Wat denk jij dat ordening bij biologie is?

Slide 2 - Woordweb

Ordening
Het verdelen van organismen in groepen met hetzelfde kenmerk. (eigenschappen waaraan je een organisme kunt herkennen

Slide 3 - Tekstslide

Wat is een organisme
A
Mens
B
dier
C
Een levend wezen met levenskenmerken
D
een orgaan met een functie

Slide 4 - Quizvraag

Leerdoelen Bs 1
1. je kunt organismen  indelen in hoofdgroepen en rijken
2. Je kunt de celkenmerken van planten, dieren schimmels en bacteriën benoemen
3. Je kunt de groepen noemen die ontstaan bij de verdere indeling van een rijk

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

Welke 2 hoofdgroepen kennen we?
A
Prokaryoten
B
eukaryoten
C
schimmels
D
bacterien

Slide 7 - Quizvraag

Prokaryoten
Eukaryoten
Bacteriën
Archea
Chromista
Protozoa
Schimmels
Planten
Dieren

Slide 8 - Sleepvraag

Bij welk rijk worden de mensen ingedeeld?

Slide 9 - Open vraag

Wat ga je doen vandaag?
Maken basisstof 1 --> opdracht 1 t/m 10
Ben je klaar aan de slag met basisstof 2

Slide 10 - Tekstslide

Wanneer behoort iets tot dezelfde soort?


Organismen behoren alleen tot dezelfde soort als ze ook vruchtbare nakomelingen kunnen krijgen 

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video


Hoe noem je de verschillende vormen van één diersoort?
A
geslachten
B
populaties
C
rassen
D
rijken

Slide 13 - Quizvraag

3.3 Dieren
Leerdoelen
1. je kunt dieren indelen op basis van de kenmerken skelet en symmetrie
2. Je kunt kenmerken en voorbeelden noemen van 6 stammen van het dierenrijk

Slide 14 - Tekstslide

Hoeveel verschillende soorten dieren bestaan er nu op de wereld?

Slide 15 - Open vraag

Symmetrie
symmetrisch voorwerp is in twee gelijke helften te verdelen


Slide 16 - Tekstslide

3 soorten symmetrie

Slide 17 - Tekstslide

Skelet
Zorgt voor stevigheid en bescherming

- inwendig skelet
- uitwendig skelet
- geen skelet

Slide 18 - Tekstslide

Stammen van het dierenrijk

Iedere stam heeft zijn eigen kenmerken 

Deze kenmerken leer je per stam uit je hoofd




1. Sponsdieren
2. Neteldieren
3. Weekdieren
4. Stekelhuidigen
5. Geleedpotigen
6. Gewervelden

Slide 19 - Tekstslide

Welke 2 kenmerken gebruiken we om dieren in te kunnen delen?

Slide 20 - Open vraag

Een van de stammen in het dierenrijk zijn de weekenddieren
A
juist
B
onjuist

Slide 21 - Quizvraag

Om het dierenrijk te ordenen gebruiken we het kenmerk:
A
Cellen
B
Huid
C
Skelet
D
Wervelkolom

Slide 22 - Quizvraag

welke stammen van het dierenrijk ken je?
A
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen
B
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, stekelhuidigen,
C
gewervelden, neteldieren, wormen, weekdieren, geleedpotigen
D
gewervelden, neteldieren, weekdieren, stekelhuidigen, geleedpotigen

Slide 23 - Quizvraag

Een afdeling van het dierenrijk?
Eencelligen
A
Waar
B
Niet waar

Slide 24 - Quizvraag

Wat is geen afdeling van het dierenrijk?
A
Geleedpotigen
B
Sponzen
C
Slakken
D
Weekdieren

Slide 25 - Quizvraag

Werkstuk van een dier
Je werkstuk moet minstens de volgende gegevens bevatten:
  • Waarom heb je dit dier gekozen?
  • Tot welke stam (en klasse) van het dierenrijk behoort het dier waarover je schrijft?
  • Op grond van welke kenmerken behoort het dier tot deze stam (en groep)?
  • Noem enkele andere soorten dieren die ook tot deze stam (of groep) behoren.
  • In wat voor milieu leeft het dier waarover je schrijft?
  • Welke levensverschijnselen vertoont dit dier?
  • Wat voor voedsel eet het dier?
  • Wat zijn de natuurlijke vijanden van het dier?

Slide 26 - Tekstslide