Verkleinwoorden

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Verkleinwoorden

Leerdoelen

Je leert vandaag hoe je verkleinwoorden moet spellen.

Verkleinwoorden

Verkleinwoorden zijn de 'kleine' vorm van zelfstandig naamwoorden. 

In het Nederlands worden erg vaak verkleinwoorden gebruikt.

Let op!

Soms moet je bij zelfstandig naamwoorden die eindigen op -ng de -g veranderen in -k. 

Bijvoorbeeld bij:

Koning

Ketting

Dus:

Verkleinwoorden maak je door -je achter het woord te zetten, maar soms moet je er andere letters aan toevoegen om het goed te laten klinken: -pje, -tje of -etje .

Heel soms moet je bij -ng de letter -g veranderen in een -k.

Wat is het verkleinwoord?
Laptop

Wat is het verkleinwoord?
School

Wat is het verkleinwoord?
Fiets

Welk woord klopt niet?
Wij eten vanavond poffers! Je weet wel, van die minipannenkoekjes.

Wat is het verkleinwoord?
Stang

Wat is het verkleinwoord?
Ketting

Wat is het verkleinwoord?
Olifant

Wat is het verkleinwoord?
Paard

Welk woord is een verkleinwoord?

1. Hond
2. Aap
3. Katje
4. Droom

Welk woord is een verkleinwoord?

1. Kerstman
2. Cadeautje
3. Slee
4. Kaars

Welk woord is een verkleinwoord?

1. Wandelwagen
2. Flatgebouwtje
3. Zitbank
4. Eettafel

Boom

Huis

Wandeling

School

pje

etje

je

tje

Vond je de lesstof
moeilijk (0) of makkelijk (100)?

0100

Wat hebben we vandaag geleerd?

Nog een keer:

Verkleinwoorden maak je door -je achter het woord te zetten, maar soms moet je er andere letters aan toevoegen om het goed te laten klinken: -pje, -tje of -etje .

Heel soms moet je bij -ng de letter -g veranderen in een -k.