1Hvtsa bez vnw
1 / 22
Lesduur is: 30 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
- Aan het eind van de les heb ik het bezittelijk voornaamwoord geleerd in het Frans.
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
A
ik, jij, hij, zij, etc.
B
in, op, achter, voor, etc.
C
mijn, jouw, haar, zijn, etc.
D
een zelfstandig naamwoord
Slide 6 - Quizvraag
Het bezittelijk voornaamwoord
staat voor een...
staat voor een...
A
...werkwoord
B
...een lidwoord
C
...zelfstandig naamwoord
D
...een voorzetsel
Slide 7 - Quizvraag
Met welke bezittelijke voornaamwoorden vertaal je:
"jouw"
"jouw"
A
son, sa, ses
B
mon, ma, mes
C
ton, ta, tes
D
mon, ton, son
Slide 8 - Quizvraag
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Slide 11 - Tekstslide
jouw adres (v) =
A
ton adresse
B
ta adresse
Slide 12 - Quizvraag
haar vriendin =
A
sa amie
B
son amie
Slide 13 - Quizvraag
Hoe weet je of een
woord m/v/mv is?
woord m/v/mv is?
Slide 14 - Woordweb
mijn school
>>> le of la collège ?
>>> le of la collège ?
A
ma collège
B
mes collège
C
mon collège
D
tes collège
Slide 15 - Quizvraag
zijn huis
>>> le of la maison?
>>> le of la maison?
A
ses maison
B
son maison
C
ton maison
D
sa maison
Slide 16 - Quizvraag
amie (haar)
anniversaire (mijn)
copine (mijn)
livres (zijn)
chien (jouw)
mon
ses
ton
son
ma
Slide 17 - Sleepvraag
C'est un vélo.
C'est ______ (mijn) vélo.
C'est ______ (mijn) vélo.
Slide 18 - Open vraag
Ma soeur a un hamster.
C'est ______ (haar) hamster.
C'est ______ (haar) hamster.
Slide 19 - Open vraag
Ik en het bezittelijk voornaamwoord:
😒🙁😐🙂😃
