H1 Taalverzorging 3 Persoonsvorm

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo
• Leerjaar 2

H1 Taalverzorging formuleren

Ik kan werkwoorden in de tegenwoordige en verleden tijd goed spellen.

Ik kan de moeilijke woorden uit deze paragraaf goed spellen.

startopdracht, filmpje, groene blok

lessonup

H1 Taalverzorging spelling opdracht 1 t/m 6

Nederlands 2 

maken H1 Taalverzorging spelling opdracht 1 t/m 6

Klaar? laten zien, nakijken, verbeteren, laten zien

Lezen in leesboek

Doel behaald?

Vragen?

afmaken H1 Taalverzorging spelling opdracht 
Leesboek mee!

-d of -t? Gebruik het schema

-d of -t?

Gebruik het schema.

Zo gebruik je het schema

Kijk eerst of het werkwoord een persoonsvorm is.

Nee?

- Maak het werkwoord langer. Je hoort -d of -t. Schrijf zo kort mogelijk.

Ja? Staat het woord in de tt of vt?

- tt: kies stam, stam + t of hele werkwoord.

(tip: gebruik lopen om te horen of er een -t achter de stam komt)

- vt: sterke werkwoorden veranderen van klank. Schrijf deze zo kort en eenvoudig mogelijk op. Zwakke werkwoorden: kies stam + te(n) of stam + de(n) (gebruik 't Kofschipx wanneer je niet weet of je te(n) of de(n) moet gebruiken.

Pvtt of voltooid deelwoord?

Soms klinken de werkwoorden in de pvtt en het voltooid deelwoord hetzelfde. Toch schrijf je ze anders.

Voorbeeld:

Gelooft - geloofd

verwijdert - verwijderd

Kijk dus goed met welke werkwoordsvorm je te maken hebt.

Persoonsvorm

Soms gebeurt dat.

Dat verandert niets.

Zij herstelt haar scooter.

Voltooid deelwoord

Het is gebeurd.

Het is niet veranderd.

Zij heeft haar scooter hersteld.

Is het een pv?  JA

tt of vt?  tt

Regel? Stam +t

Is het een pv?  NEE

Regel? Maak langer, hoor je -t of -d? Schrijf zo kort mogelijk

Aan de slag:

Maak opdracht:

 1 t/m 6

create.kahoot.it