3M-thema7-mens en milieu-bs3-duurzame landbouw

BS 3: Duurzame landbouw
Blz. 156 van je boek
1 / 22
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

In deze les zitten 22 slides, met tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

BS 3: Duurzame landbouw
Blz. 156 van je boek

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel 
  • Je kunt de kenmerken noemen van de verschillende soorten gangbare landbouw.
  • Je kunt van iedere vorm van landbouw voor- en nadelen noemen.

Slide 2 - Tekstslide

Verschillende landbouw
In Nederland heb je vier verschillende soorten landbouw: Akkerbouw, veeteelt, tuinbouw en biologische landbouw.  

 * Akkerbouw
= gangbare akkerbouwbedrijven. grote bedrijven met veel 
    grond.
* Veeteelt =  gangbare veeteeltbedrijven. weinig grond veel dieren, dit 
   heet intensieve veehouderij.
* Tuinbouw= gangbare tuinbouw. hierbij word het verbouwen van gewassen 
    veel met de hand gedaan.
* Biologische landbouw = een vorm van landbouw waarbij het milieu en het dierenwelzijn 
   centraal staan.




Slide 3 - Tekstslide

Akkerbouw
Vaak wordt op een grote akker slechts 1 soort gewas verbouwd. Dit noemen we een monocultuur.

Voordeelze kunnen grote machines gebruiken, dat gaat snel, makkelijk en is goedkoop. Ook word er veel voedsel geproduceerd en de prijzen van de voedingsmiddelen zijn laag.

Nadeel: Veel voedsel, dus grote kans op plagen
ziektes breiden sneller uit waardoor er vaak
bestrijdingsmiddelen gebruikt moeten worden.



Slide 4 - Tekstslide

Nog een nadeel...
Nog een nadeel is dat de grond snel uitgeput raakt. 
Door het gebruik van kunstmest en stalmest komen er veel mineralen in de grond die via grondwater en de bodem ook terecht komen in rivieren, kanalen en meren.

Te veel nitraat in de grond zorgt voor verzuring
waardoor sommige planten minder goed groeien en het leven in rivieren en meren wordt verstoord.

Slide 5 - Tekstslide

Precisielandbouw
Er zijn ook duurzamere manieren van landbouw. Een voorbeeld : Precisielandbouw 

Hierbij kan door middel van speciale meetapparatuur en computers precies in kaart worden gebracht wat de samenstelling is van de grond. Zo hoeven ze alleen te bemesten, sproeien of bestrijdingsmiddelen te spuiten waar dat nodig is. 

Dat is een stuk beter voor het milieu.


Slide 6 - Tekstslide

0

Slide 7 - Video

Veeteelt
In Nederland is veel intensieve veehouderij. Dit zijn bedrijven met weinig grond en veel dieren op elkaar. Vaak vooral bij varkenshouderijen en pluimveebedrijven.

Voordelen:
- bedrijven leveren veel producten
- producten zijn goedkoop

Nadelen:
- slechte welzijn van dieren
- teveel mest / mestoverschot
- teveel uitstoot van stoffen

Slide 8 - Tekstslide

Veevoer
Veeteeltbedrijven hebben zelf weinig grond en verbouwen het veevoer niet (meer) zelf. Een groot hoeveelheid wordt ingekocht bij veevoerbedrijven. 

70% van de grondstoffen voor veevoer 
wordt ingekocht in het buitenland
Het verbouwen van deze gewassen
gaan vaak ten koste van oerwouden.

Slide 9 - Tekstslide

Tuinbouw
Tuinbouw in de open grond = Gewassen die buiten worden verbouwd
Glastuinbouw = Tuinbouwgewassen die in kassen worden verbouwd

Voordelen glastuinbouw:
-Omstandigheden voor de groei van planten zijn optimaal
-Je kunt het hele jaar voedingsgewassen verbouwen
Nadelen glastuinbouw:
-versterking broeikaseffect
Oplossingen nadelen glastuinbouw:
-milieu vriendelijke/energie besparende installaties

Slide 10 - Tekstslide

Biologische landbouw
Biologische Landbouw =  vorm van landbouw waarbij het milieu en dierenwelzijn centraal staan  

Er worden weinig bestrijdingsmiddelen gebruikt en 
de dieren lopen veel los/buiten.

Gewassen worden verbouwd op kleine stukken grond
en er zijn minder dieren per m2, waardoor de opbrengst 
veel kleiner is en de producten een stuk duurder dan bij
gangbare landbouw.


Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Video

Bestrijdingsmiddelen
Één van de grootste uitdagingen voor boeren: beschermen van hun gewassen en vee tegen ziekten en plagen (insecten, bacteriën en schimmels)

Om gewassen en vee te beschermen maken boeren gebruik van bestrijdingsmiddelen:
  • Chemische bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen

Slide 13 - Tekstslide

Bestrijdingsmiddelen nadelen:
Niet selectief
Resistentie
accumulatie

Slide 14 - Tekstslide

Gewasbescherming
(met bestrijdingsmiddelen)
  1. Werkt het?
  2. Wat zijn de voordelen?
  3. Wat zijn de nadelen?

Slide 15 - Tekstslide

Biologische bestrijdingsmiddelen

  • Natuurlijke vijanden
  • Effectief
  • Soortspecifiek

Slide 16 - Tekstslide

vruchtwisseling/wisselteelt
Wisselen van gewas om plantenziekten te voorkomen.

Bijvoorbeeld aardappelmoeheid: aardappelcysteaaltjes (wormpjes) gaan dood van ander gewas

Slide 17 - Tekstslide

Vruchtwisseling

Slide 18 - Tekstslide

Aan de slag
Lees 7.3. Duurzame landbouw blz. 156 t/m 159
Maak opdracht 1 t/m 8 in BVJMAX

timer
10:00

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Link

Bestrijdingsmiddelen
  • Biologische bestrijdingsmiddelen: inzetten van natuurlijke vijanden

  • Pesticiden: selectief en niet-selectieve varianten.

  • Accumulatie

Slide 21 - Tekstslide

0

Slide 22 - Video