Conjunctuur

Conjunctuur
Formatieve toets
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
EconomieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 3

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Conjunctuur
Formatieve toets

Slide 1 - Tekstslide

Wat doen we deze les
  • Wat is conjunctuur?
  • Vier fases van conjunctuur
  • Conjuncturele werkloosheid als voorbeeld

Slide 2 - Tekstslide

Wat is conjunctuur?
De schommelingen van de bestedingen ten opzichten van de productiecapaciteit. 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Link

Vier fases van conjunctuur

Expansie: de productie en economische groei nemen toe. 
Recessie: De economie blijft groeien maar in een lager tempo.  
Crisis: de economie krimpt, productie en economische groei nemen af. 
Herstel: de economie bereikt een dieptepunt met een depressie en begint nadien weer aan te trekken. 

Slide 5 - Tekstslide

Conjuncturele werkloosheid
Expansie: De werkloosheid neemt af. Veel vraag naar arbeid. 
Recessie: Er is nog steeds vraag naar arbeid, maar dit neemt af.
Crisis: De vraag naar arbeid daalt nog verder. In een later stadium vallen er ook ontslagen. 
Herstel: vraag naar producten neemt weer wat toe, de productie stijgt en er is voorzichtig ook weer meer vraag naar arbeid.

Slide 6 - Tekstslide

Hoe noem je de schommelingen van de bestedingen ten opzichten van de productiecapaciteit.?
A
De trend
B
De structuur
C
Recessie
D
Conjunctuur

Slide 7 - Quizvraag

De gemiddelde groei van de economie noem je:
A
De structuur
B
De trend
C
De conjunctuur
D
De recessie

Slide 8 - Quizvraag

Uit welke vier fases bestaat een conjunctuur?

Slide 9 - Open vraag

Consumenten kopen minder goederen en diensten
A
De conjunctuur verbeterd zich
B
De conjunctuur verzwakt nog meer

Slide 10 - Quizvraag

Als Nederland een zwakke conjunctuur heeft spreken we van een
A
hoogconjunctuur
B
laagconjunctuur

Slide 11 - Quizvraag

Hoe zou je laag conjunctuur ook kunnen noemen?
A
Economische crisis
B
Recessie
C
Dipje
D
Dieptepunt

Slide 12 - Quizvraag

Hoe verzwakt een laag consumentenvertrouwen de conjunctuur?
A
Consumenten gaan veel besteden
B
Consumenten houden extra geld achter de hand

Slide 13 - Quizvraag

Als er veel vraag is naar arbeid en er maar heel weinig werkloosheid is, is er sprake van een...?
A
Crisis
B
Recessie
C
Expansie
D
Herstel

Slide 14 - Quizvraag

Zorgt een slechte conjunctuur voor tijdelijke of structurele werkeloosheid?
A
Tijdelijk
B
Structurele

Slide 15 - Quizvraag


Slide 16 - Open vraag