Les pronoms relatifs


Les pronoms relatifs
qui, que, dont, où
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les


Les pronoms relatifs
qui, que, dont, où

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Partie 1
Les pronoms relatifs qui et que

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

L'Europe est un continent...
qui attire beaucoup de migrants

que les migrants aiment

Quelle est la différence entre les deux phrases ci-dessus à votre avis ? 
Réfléchissez - Partagez à deux - Partagez en grand groupe

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Video

Deze slide heeft geen instructies


qui = sujet



que = objet

qui + verbe
Ex : L'Europe est un continent 
qui attire beaucoup de migrants

que + sujet + verbe
Ex : L'Europe est un continent 
que les migrants aiment

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

On pratique !

Slide 7 - Tekstslide

Ressources les Zexperts:
Cartounettes pronoms relatifs
Exo 42

Exercices pronoms relatifs

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

On pratique !

Slide 10 - Tekstslide

Ressources les Zexperts:
Cartounettes pronoms relatifs
Exo 42

Exercices pronoms relatifs
Indique le pronom relatif correct:
Le livre ... est sur la table.
A
qui
B
que
C
dont
D

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indique le pronom relatif correct:
C'est un sujet ... nous avons longuement discuté.
A
qui
B
que
C
dont
D

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indique le pronom relatif correct:
C'est un outil ... j'ai besoin pour terminer ce projet.
A
qui
B
que
C
dont
D

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Indique le pronom relatif correct.
Le prof de maths .... est toujours très ponctuel, est en retard.
A
dont
B
C
qui
D
que

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies