zenuwstelsel

H13 zenuwstelsel
  • veel lesuitval, dus veel zelfstandig
  • studiewijzer!
  • practicum hersenen (0,2p /1p)
    BINAS opdracht (0,2/ 2p)
    opdracht woorden web zenuwstelsel (0,6/1p)
    huiswerk gemaakt H13 (0,2p)
    huiswerk gemaakt H14 (0,2p)
1 / 46
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 46 slides, met tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

H13 zenuwstelsel
  • veel lesuitval, dus veel zelfstandig
  • studiewijzer!
  • practicum hersenen (0,2p /1p)
    BINAS opdracht (0,2/ 2p)
    opdracht woorden web zenuwstelsel (0,6/1p)
    huiswerk gemaakt H13 (0,2p)
    huiswerk gemaakt H14 (0,2p)

Slide 1 - Tekstslide

naam van 1 tm 4?
welk deel regelt de coördinatie van spieren?
In welk deel zit je bewustijn?

Slide 2 - Tekstslide

Wat weet je nog?
bewegings zenuw = motorische zenuw
gevoelszenuw = sensorische zenuw

Slide 3 - Tekstslide

vandaag

hersenen
soorten cellen, waaronder de zenuwcel (neuron)
ruggemerg

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Tekstslide

zenuwen: bundels uitlopers van zenuwcellen


motorische zenuw
sensorische zenuw
gemengde zenuw

Slide 7 - Tekstslide

hersenen

Slide 8 - Tekstslide

grote hersenen
bewustzijn
         informatie verwerking
geheugen


Slide 9 - Tekstslide

motorische neuronen en sensorische neuronen
                       in de hersenschors

Slide 10 - Tekstslide

kleine hersenen
coördinatie van spierbewegingen
en evenwicht.

Slide 11 - Tekstslide

thalamus
- impulsen van zintuigen gaan via de thalamus naar de grote hersenen

- coördinatie van de informatiestroom                                      
- filter voor belangrijke en                                     
onbelangrijke prikkels                                                             


Slide 12 - Tekstslide

hersenstam   
Primaire functies
- ademhaling,  hartslag,  bloeddruk, temperatuur
- kruising links en rechts

Slide 13 - Tekstslide

cellen in het zenuwstelsel
neuronen (zenuwcellen)


gliacellen
(ondersteunende cellen)
gliacellen:     cellen van Schwann, astrocyten
(bloed hersen barriere)

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Tekstslide

Slide 17 - Link

Slide 18 - Tekstslide

BINAS 88A
1 = B  Neuron
dendriet
3  einde axon
insnoering van Ranvier
5  Schwann cel
6  einde axon
celkern
8  myelineschede

Slide 19 - Tekstslide

13.3 en 13,4
Signaal geleiding en synapsen

doorgeven van signalen door een zenuw heen
doorgeven vansignalen aan andere zenuwen/spieren/klieren

rustpotentiaal, actiepotentiaal, synaps


Slide 20 - Tekstslide

BINAS 88D
Rust potentiaal (geen impuls geleiding)
Potentiaal verschil = verschil in elektrische lading

Slide 21 - Tekstslide

actiepotentiaal
= wat gebeurt er op celmembraan niveau als er een signaal wordt doorgegeven?

Opwekken van de actiepotentiaal kan
- chemisch (neurotransmitters)
- electrisch
- mechanisch (druk, krachten)

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Slide 24 - Link

"Alles of niets"
grotere/sterkere signaal = hogere frequentie van
actiepotentialen

Slide 25 - Tekstslide

13.4 synapsen
synaps (BINAS 88G)
= contactpunt tussen 2 neuronen
(of tussen neuron en spier/klier)

De actiepotentiaal (het electrische signaal) moet worden doorgegeven aan de volgende zenuw.



Slide 26 - Tekstslide

synaps spleet
BINAS 88A, G en I

Slide 27 - Tekstslide

BINAS 88
A,G,I

Slide 28 - Tekstslide

Slide 29 - Tekstslide

Het effect hangt af van de neurotransmitter
Exiterende post synaptische potentiaal
EPSP ->
er volgt een actiepotentiaal

Inhiberende post synaptische potentiaal
IPSP ->
er wordt voorkomen dat er een actiepotentiaal optreedt

Slide 30 - Tekstslide

Slide 31 - Tekstslide

optelsom
elk neuron heeft contact met duizenden andere neuronen.


Of er een actiepotentiaal optreedt of niet hangt af van de optelsom van inhiberende en exiterende neurotransmitters

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Tekstslide

Slide 34 - Tekstslide

Slide 35 - Tekstslide

Slide 36 - Link

start opdracht
Teken een zenuwcel en geef daarin aan: cellichaam met kern, dendrieten, axon, mergschede (myelineschede).
Geef de impulsrichting aan.

tekende je een motorische of een sensorische zenuwcel?

Slide 37 - Tekstslide

H13.5 organisatie van het zenuwstelsel

Slide 38 - Tekstslide

animaal
(Dierlijk)
Willekeurig zenuwstelsel
door je wil te controleren

Informatie waar je je bewust van bent (kunt zijn)

Slide 39 - Tekstslide

autonoom
-onwillekeurig: werkt buiten de wil om
-regelt het constant houden van het interne milieu

(ortho)sympathisch
parasympathisch

BINAS 88L

Slide 40 - Tekstslide

(ortho)sympatisch

grensstreng
met sympatische
zenuwknopen

parasympatisch

" zwevende" zenuwen vanuit de hersenen
bekkenzenuwen
BINAS 88L

Slide 41 - Tekstslide

antagonistische
werking
dubbele innervatie

Slide 42 - Tekstslide

BINAS
88L

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Tekstslide

Slide 45 - Tekstslide

Noem de verschillen tussen het zenwustelsel en het hormoonstelsel

Slide 46 - Tekstslide