11.5 erfelijke aandoeningen les 2

Startopdracht:
Lees blz. 128 en maak opdracht 19.



timer
3:00
1 / 15
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 4

In deze les zitten 15 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Startopdracht:
Lees blz. 128 en maak opdracht 19.



timer
3:00

Slide 1 - Tekstslide

Recessieve overerving

Komt pas tot uiting als je van beide ouders een recessief gen erft. 
Persoon die heterozygoot is -> gezond, maar drager 

Vader, moeder, jongetje met oranje shirt en gele shirt zijn dragers. 

Slide 2 - Tekstslide

Oefenen
PKU is een stofwisselingsziekte die recessief wordt overgeërfd. 
Beide ouders zijn heterozygoot. 

a. Wat zijn de genotypen van de ouders?
b. Zijn de ouders gezond of ziek? En zijn de ouders drager? ja/nee 
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met PKU. 

Slide 3 - Tekstslide

Antwoorden
PKU is een stofwisselingsziekte die recessief wordt overgeërfd.
Beide ouders zijn heterozygoot.
a. Wat zijn de genotypen van de ouders? Aa en Aa
b. Zijn de ouders gezond of ziek? En zijn de ouders drager? ja/nee
beide ouders zijn gezond, maar drager (dus drager? ja) 
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met PKU. 
Kans op een kind met PKU = 25%

A
a
A
AA
Aa
a
Aa
aa

Slide 4 - Tekstslide

Dominante overerving

Wordt veroorzaakt door een dominant allel. 

Komt tot uiting als je het dominante allel hebt (heterozygoot of homozygoot dominant)

Geen dragers!

Slide 5 - Tekstslide

Oefenen
De ziekte van Huntington is een dominant-overervende ziekte waarbij bepaalde delen van de hersenen worden aangetast door uitval van hersencellen. Moeder is homozoygoot recessief en vader is homozygoot dominant.
a. Wat zijn de genotypen van de ouders?
b. Zijn de ouders gezond of ziek? 
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met de ziekte van Huntington. 

Slide 6 - Tekstslide

Antwoorden
De ziekte van Huntington is een dominant-overervende ziekte waarbij bepaalde delen van de hersenen worden aangetast door uitval van hersencellen. Moeder is homozygoot recessief en vader is homozygoot dominant.

a. Wat zijn de genotypen van de ouders? Vader: AA, moeder: aa
b. Zijn de ouders gezond of ziek? Vader: ziek, moeder: gezond
c. Maak een kruisingsschema en bereken de kans dat de ouders een kind krijgen met de ziekte van Huntington.
Kans op een kind met Huntington: 100%
A
A
a
Aa
Aa
a
Aa
Aa

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Video

Maken
Eerste 8 minuten in stilte
Zelf bestuderen/doorlezen: 11.5
Maken: opdracht 11, 13 t/m 16, 19 t/m 22

Klaar? Nakijken -> antwoorden staan op itslearning, daarna maken samenvatting of testjezelf 

timer
8:00

Slide 9 - Tekstslide

De ziekte van Huntington is een erfelijke aandoening die bepaalde delen van de hersenen aantast. Is het gen voor de ziekte van Huntington dominant of recessief?
A
dominant
B
recessief
C
dit kun je niet uit de gegevens opmaken

Slide 10 - Quizvraag

Een kind van twee gezonde ouders heeft een erfelijke aandoening. Het allel voor deze erfelijke aandoening moet dus aanwezig zijn bij de ouders. Het gen voor deze aandoening ligt op chromosoom 4.
Erft deze erfelijke ziekte dominant of recessief over of is dit niet te bepalen?
A
Dominant
B
Recessief
C
Niet te bepalen

Slide 11 - Quizvraag

Polydactylie is een erfelijke aandoening. Iemand die polydactylie heeft, heeft te veel vingers of tenen.

Waar bevindt zich het erfelijke materiaal voor polydactylie?
In de celkernen van...
A
alle lichaamscellen
B
afwijkende lichaamscellen
C
cellen van vingers en tenen
D
geslachtscellen

Slide 12 - Quizvraag

Homozygoot
Heterozygoot
Dominant
Reccessief
Intermediair
2 gelijke genen voor één eigenschap
2 ongelijke genen voor 1 eigenschap
overheersend gen van een paar
onderdrukt gen van een genenpaar
Beide genen zijn even sterk, komen beiden naar voren in fenotype

Slide 13 - Sleepvraag

Een vrouw heeft 3 kinderen ze zijn allemaal jongens. Ze is zwanger van nummer 4. Hoeveel kans is er dat ze weer een jongen krijgt.
A
25%
B
50%
C
75%
D
100%

Slide 14 - Quizvraag

Wat is de kans op nakomelingen in de F2-generatie met een heterogeen genotype?

Slide 15 - Open vraag