,

HEJ 2BK - Cursus Taal - §2 Schrijfstijl

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Zitten volgens plattegrond;
Pak je materiaal voor - lesboek + schrift

1 / 12
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

In deze les zitten 12 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

WELKOM BIJ NEDERLANDS!

Zitten volgens plattegrond;
Pak je materiaal voor - lesboek + schrift

Slide 1 - Tekstslide

Planning

Uitleg werkwoordspelling 

Zelfstandig met de oefeningen aan de slag
P L A N N I N G
Cursus 4 - Taal
1. Lesdoelen
2. Opdrachten vorige les bespreken
3. Uitleg: schrijfstijl
4. Zelfstandig werken
5. Terugblikken + afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

  • Je weet hoe een spreker of schrijver een tekst krachtiger kan maken.
  • Je kan een overdrijving en een opsomming in drieën (drieslag) herkennen en gebruiken.
Lesdoelen

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Opdrachten bespreken
WAT: Pak je boek en schrift. De antwoorden van
 opdracht 1 & 2 (blz. 88-89) staan in je schrift.
HOE: We gaan deze opdrachten klassikaal bespreken. Steek je vinger op als je antwoord wil geven.

Slide 5 - Tekstslide

  • Stijl: is je manier van schrijven. Op WhatsApp maak je gebruik van een ander schrijfstijl dan bij een sollicitatiebrief.
  • Overdrijving: het overdrijven in een tekst om iets meer nadruk te geven, bijvoorbeeld: 'Ik ga dood van de honger!'
  • Opsomming in drieën (drieslag): het opsommen van (drie) dingen in een tekst om iets meer nadruk te geven, bijvoorbeeld: 'Ik wil weg, ik wil naar huis, ik wil naar bed.'
Uitleg: schrijfstijl

Slide 6 - Tekstslide

'De Matrix was echt een doodsaaie film.'
A
Overdrijving
B
Drieslag

Slide 7 - Quizvraag

'Oranje verloor van Monaco met 3-0, dat is slecht, slechter, slechtst!'
A
Overdrijving
B
Drieslag

Slide 8 - Quizvraag

'Leerdammer, de lekkerste kaas rondom de gaten.'
A
Overdrijving
B
Drieslag

Slide 9 - Quizvraag

'Kom nu naar de Harry Potter-tentoonstelling: mythisch, magisch en magnifiek!
A
Overdrijving
B
Drieslag

Slide 10 - Quizvraag

ZELFSTANDIG WERKEN
Wat:
Basis: opdracht 1,2,3 & 4 (blz. 88-89)
Kader: opdracht 1,2,4,5 & 6 (blz. 90-91)
Hoe:
Zelfstandig. Zet de antwoorden in je schrift.
Hulp:
Steek je vinger op.
Tijd:
10 minuten
Klaar:
Laat het controleren door de docent, daarna mag je iets voor jezelf doen.
timer
10:00

Slide 11 - Tekstslide

Lesdoelen
  • Je weet hoe een spreker of schrijver een tekst krachtiger kan maken.
  • Je kan een overdrijving en een opsomming in drieën (drieslag) herkennen en gebruiken.

Slide 12 - Tekstslide