H3.3 Moleculaire stoffen

Moleculaire stoffen
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Moleculaire stoffen

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculaire stoffen
Vorige week: metalen en zouten
Vandaag: moleculaire stoffen

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculaire stoffen
Moleculaire stoffen bevatten alleen atomen van niet-metalen
Dat zijn:

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Eigenschappen van moleculaire stoffen
  • Alleen niet-metaal atoomsoorten
  • Geleiden geen stroom

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Moleculaire stoffen
  • Elementen zijn geen moleculaire stof, want die bestaan uit één of twee atomen van dezelfde soort. 
  • Metalen zijn geen moleculaire stof, want die bestaan alleen uit een rooster van metaalatomen. 
  • Zouten zijn geen moleculaire stof, want die bestaan uit een metaal en een niet metaal-atoom

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Soorten bindingen 
Je kan de soorten bindingen indelen in twee groepen: 

Er zijn bindingen die plaatsvinden binnen moleculen, dus tussen atomen. Hierbij horen: atoombinding, metaalbinding en ionbinding. 

Vanderwaalsbinding: Bindingen die plaatsvinden tussen moleculen (in vaste en vloeibare fase)

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bindingen tussen atomen
Een atoombinding is een binding tussen twee verschillende 
atomen in een molecuul. 


Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Covalentie
Covalentie: hoeveel atoombindingen een atoom kan vormen 

Atoomsoort
Covalentie
H
1
F, Cl, Br, I
1
O, S
2
N, P
3
C, Si
4

Slide 8 - Tekstslide

Je moet aan de hand van de covalentie een kloppend molecuul kunnen tekenen.
Je moet adhv een getekend molecuul kunnen bepalen wat de covalentie van een atoom is.
Structuurformule
Een manier om de bouw van een molecuul beter weer te geven. 



                                                                                                                  
Atoomsoort
Covalentie
H
1
F, Cl, Br, I
1
O, S
2
N, P
3
C, Si
4

Slide 9 - Tekstslide

Je moet aan de hand van de covalentie een kloppend molecuul kunnen tekenen.
Je moet adhv een getekend molecuul kunnen bepalen wat de covalentie van een atoom is.
Structuurformule
Geef de structuurformule van H2S



                                                                                                                  
Atoomsoort
Covalentie
H
1
F, Cl, Br, I
1
O, S
2
N, P
3
C, Si
4

Slide 10 - Tekstslide

Je moet aan de hand van de covalentie een kloppend molecuul kunnen tekenen.
Je moet adhv een getekend molecuul kunnen bepalen wat de covalentie van een atoom is.
Structuurformule
Geef de structuurformule van O2



                                                                                                                  
Atoomsoort
Covalentie
H
1
F, Cl, Br, I
1
O, S
2
N, P
3
C, Si
4

Slide 11 - Tekstslide

Je moet aan de hand van de covalentie een kloppend molecuul kunnen tekenen.
Je moet adhv een getekend molecuul kunnen bepalen wat de covalentie van een atoom is.
Moleculaire stof
Zout
Metaal
atoombinding
metaalbinding
ionen
vrije elektronen
vanderwaalsbinding
ionbinding
metaalrooster
molecuulrooster
ionrooster
alleen niet-metalen
allemaal ontleedbare stoffen

Slide 12 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een vast zout bestaat uit                         die middels
in een regelmatig rooster worden vastgehouden. Bij het oplossen van een zout worden deze                     bindingen verbroken.
Sleep onderstaande concepten naar de juiste plaats in de zin of in de recycle bin.
ionen
ionbindingen
atomen
atoombindingen
sterke
zwakke
moleculen
H-bruggen
vdwaalsbindingen
metalen
metaalbindingen

Slide 13 - Sleepvraag

Deze slide heeft geen instructies