H4: literatuur, werkwoorden -er/-re, C

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 4

Cours de français - chapitre 1 (C)

Programme

1. La révision

2. Les objectifs d'apprentissage

3. Verbes sur -re

4. Grandes Lignes: C + D

Pause

5. La littérature

1. La révision

Begrijpen jullie:

1. Avoir & être;

2. Werkwoorden op -er;

3. De woorden van Grandes Lignes Chapitre 1: A + B

je
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

Combineer de juiste vorm van 'être' met het onderwerp

être (zijn)

suis

es

est

sommes

êtes

sont

Avoir/être

(pr. / p.c. / imp.)

Présent avoir

Imparfait avoir

Passé composé avoir

Présent être

Imparfait être

passé composé être

Ils ont

On avait

Tu as eu

Vous êtes

Ils étaient

Nous avons été

j'
tu
il/elle/on
nous
vous
ils/elles

avoir (hebben)

Combineer de juiste vorm van avoir met het goede persoonlijk voornaamwoord

ai

as

a

avons

avez

ont

Avoir/être

(pr. / p.c. / imp.)

Présent avoir

Imparfait avoir

Passé composé avoir

Présent être

Imparfait être

passé composé être

Ils ont

On avait

Tu as eu

Vous êtes

Ils étaient

Nous avons été

Hoe maak je het voltooid deelwoord in het Frans bij een regelmatig werkwoord op -er ? Zet de stappen in de juiste volgorde

- Haal de -er weg

- Pak het hele werkwoord

- Zet er een é voor in de plaats

Is het werkwoord regelmatig of onregelmatig?

Sleep de werkwoorden naar de juiste categorie

Regelmatig

Onregelmatig

être

adorer

avoir

écouter

chanter

aimer

faire

parler

Werkwoorden op -er. Sleep de vervoegingen van het werkwoord naar de juiste persoon.

je

tu

il / elle / on

nous

vous

ils / elles

parle

habitez

regardons

détestent

joue

danses

www.verbuga.eu

Kennen jullie de woorden?

- 5 minuten om de woorden door te nemen;

- Controle!

Welke woorden heb je onthouden ?

2. Les objectifs d'apprentissage

Na deze les begrijp je:

-Begrijp je werkwoorden op -re;

- Kan je over social media praten;

- Kan je het bijvoeglijk naamwoord gebruiken

3. Verbes sur -re

- Maak in 10 minuten een tableau van de werkwoorden op -re

- Gebruik de volgende tijden: 

1. Présent;

2. Imparfait;

3. Passé composé;

4. Futur

Regelmatige werkwoorden 

op RE

Je

Tu

Il

Nous

Vous

Ils

ENT

ONS

niks

S

EZ

www.verbuga.eu

4. Grandes Lignes: C + D

- Maken opdracht 14

4. Grandes Lignes: C + D

- Klassikaal: exercice 16A

- Zelfstandig: exercice 15, 17, 18 (huiswerk)

5. La littérature

Les objectifs d'apprentissage

Na deze les begrijp je:

-Begrijp je werkwoorden op -re;

- Kan je over social media praten;

- Kan je het bijvoeglijk naamwoord gebruiken

Heb je de leerdoelen behaald?

Ja

Nee, want