Les 3 Hoofdstuk 3

verkoopsystemen en soorten goederen
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MarketingMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

verkoopsystemen en soorten goederen

Slide 1 - Tekstslide

Programma
Wat weten we nog?
Opgaven vorige keer
Lesdoel
Verwerken.
Afsluiten

Slide 2 - Tekstslide

Welk verkoopkanaal zien we hier ?

Slide 3 - Open vraag

Noem 3 verschillende verkoopkanalen

Slide 4 - Open vraag

Wat is omnichannel retailing?

Slide 5 - Open vraag

Nakijken opgaven
Nakijken vragen 16 tot en met 19


timer
1:00

Slide 6 - Tekstslide

Lesdoel
Na deze les kan ik de termen van verschillende verkoopsystemen en soorten goederen herkennen. 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Zelfbediening
Supermarkten, bouwmarkten, warenhuizen


Slide 9 - Tekstslide

BUZ
Bedien u zelf


Slide 10 - Tekstslide

Bediening
Bakker, Slager, parfumerie, juwelier etc.

Voordeel: klantcontact

Slide 11 - Tekstslide

Zelfkeuze
Eerst klant zelf laten kiezen en helpen wanneer deze daarom vraagt. 
Verkoper = adviseur.
Kledingzaken,                                                                                           
delicatessenwinkels  
drogisterijen                                                         

Slide 12 - Tekstslide

Semi - zelfbediening
Zelfbediening, met bepaalde afdelingen/ artikelgroepen die met bediening worden verkocht. 

VB. Supermarkt met eigen slagerijafdeling, Warenhuis met bijvoorbeeld sierraden

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Convienence goods
'Dagelijkse' boodschappen 
Vaak in winkels met prijsdistributie of een mix van prijs- en servicedistributie.
Dingen die je koopt waar je geen moeite voor doet. 

Slide 15 - Tekstslide

Shopping goods
Daar ga je voor winkelen. 
Kleding en zo.

Slide 16 - Tekstslide

Specialty goods
Koop je af en toe
Verdiep je je in
Voobeeld: auto, telefoon, tv
winkels meestal servicedistributie.

Slide 17 - Tekstslide

Opdrachten
Maken opgaven H 3 tot en met opgave 21. 
Tot einde les. 
Ben je klaar, lees de tekst dan nog een keer door.
Of de volgende paragraaf.
timer
10:00

Slide 18 - Tekstslide

Bij welke soort goederen is de aankoopfrequentie het laagst?
A
specialty goods
B
convenience goods
C
shopping goods

Slide 19 - Quizvraag

Een computer valt onder:
A
Convenciece goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 20 - Quizvraag

Deodorant is een voorbeeld van:
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Specialty goods

Slide 21 - Quizvraag

Bij welke soort goederen is de koopinspanning het laagst?
A
specialty goods
B
shopping goods
C
convenience goods

Slide 22 - Quizvraag

Linda koopt een nieuwe auto. Hoe noemen we haar aankoop?
A
Convenience goods
B
Shopping goods
C
Speciality goods

Slide 23 - Quizvraag

Einde les!

Slide 24 - Tekstslide