Révision V3 septembre/octobre

1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
FransMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Welke Franse lidwoorden ken je?

Slide 3 - Woordweb

Les articles
Alle zelfstandige naamwoorden hebben een lidwoord bij zich:
le/la/l'/les
un/une
du/de la/de l'/des

Slide 4 - Tekstslide

Welk werkwoord is niet onregelmatig?
A
aller
B
pouvoir
C
avoir
D
jouer

Slide 5 - Quizvraag

Welke zin klopt niet als je iets in de verleden tijd schrijft?
A
je faisais mes devoirs hier
B
On va au concert fin juin
C
nous sommes allés au restaurant le premier juin
D
On a fait du vélo

Slide 6 - Quizvraag

Welk antwoord is juist op de volgende vraag: Qu'est-ce que tu faisais le weekend?
A
je regardais Netflix
B
vous faisiez du hockey
C
il jouait au foot
D
je lisait le journal

Slide 7 - Quizvraag

Welke letter komt er achter het Franse bijvoeglijk naamwoord als het meervoud is?

Slide 8 - Open vraag

In welke zin is het bijvnw onjuist?
A
Ce sont mes petites soeurs
B
Ce sont des profs sévères
C
j'ai de bonne notes
D
Nous chantons de belles chansons

Slide 9 - Quizvraag

Welke letter komt achter het bijvoeglijk naamwoord vrouwelijk?

Slide 10 - Open vraag

Wat is niet de goede vorm van het bijvoeglijk naamwoord vrouwelijk?
A
Je suis une grande fan
B
j' ai passé une bonne soirée
C
c' est une petite chambre
D
c'est ma meilleur amie

Slide 11 - Quizvraag

Bijvnw die voor het zelfst nw staan

Slide 12 - Tekstslide

Hoe zeg je in het Frans dat je een grote broer hebt?

Slide 13 - Open vraag

Bezittelijk voornaamwoord

richt zich op het woord waar het bij hoort

mon/ma/mes
ton/ta/tes
son/sa/ses
notre/notre/nos
votre/votre/vos
leur/leur/leurs

Slide 14 - Tekstslide

Welke combinatie is onjuist?
A
mon frère, ma soeur,
B
notre chien, nos lapins, notre chat
C
mon ami, mon amie, mon grand-père
D
mon profs, mon amis, mon parents

Slide 15 - Quizvraag

In of naar een land of plaats
plaats= à
land vrouwelijk = en
land mannelijk= au
land meervoud= aux
je vais à Paris, à Amsterdam, à Londres, à Rome
Je vais en France, en Italie, en Espagne
Je vais au Portugal, au Maroc, au Japon
Je vais aux Pays-Bas, aux Etats-Unis

Slide 16 - Tekstslide

Quel est le signe zodiaque du 25 juillet?
A
lion
B
vierge
C
balance
D
scorpion

Slide 17 - Quizvraag

Ta profession idéale?

Slide 18 - Woordweb

Qu' est-ce qui est le plus important dans ta vie?
A
l' argent
B
la famille
C
l' amour
D
la santé

Slide 19 - Quizvraag

Welke zin staat in de juiste ontkenning?
A
j' ai ne pas vu mon portable
B
il a rien dit
C
je n' ai jamais vu ce film
D
Tu veux ne plus manger

Slide 20 - Quizvraag