In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H.1.1 Ontstaan en opbouw van de aarde
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Beeldfragmenten en vragen!
Het oog geeft aan dat er vragen bij een filmfragment worden gevraagd.
Vraag en antwoord!
Het vraagteken geeft antwoord op gestelde vragen uit de slides. Of geeft vragen die relevenat zijn om te maken uit het boek (de Geo)
Interactieve kaarten en externe weblinks!
De punaise geeft aan dat er een link kan worden bekeken met daarin interactieve kaarten, statistiek of andere websites die relevant zijn voor het onderwerp van de slide.
Tips voor het maken van aantekeningen!
Rode woorden - begrippen die belangrijk zijn voor het SO
Blauwe woorden -begrippen en woorden zijn ter verduidelijking en belangrijk bij het beantwoorden van aardrijkskundige vragen
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan de opbouw van de aarde (binnen- en buitenkern, binnen- en buitenmantel, korst) en de eigenschappen van elke aardschil benoemen.
Je kan de begrippen als 'lithosfeer' en 'asthenosfeer' gebruiken en plaatsen binnen de context van de aardsferen.
Je kan het verschil tussen oceanische korst en continentale korst uitleggen en linken aan de steensoorten: basalt en graniet.
Je kan de aanwezigheid van hitte in de aardkern verlaren aan de hand van convectiestromen.
Slide 4 - Tekstslide
Het actualiteitsbeginsel: the present is the key to the past. (Het uitgangspunt dat fysische processen zoals die nu plaatsvinden in het verleden ook zo plaatsvonden).
Uniformitarianisme
Opdracht 1a t/m 2b uit de Geo
Slide 5 - Tekstslide
Opbouw van de aarde
Opdracht 3a t/m 3c uit de Geo
Slide 6 - Tekstslide
Lithosfeer
Oceanische korst
Continentale korst
Slide 7 - Tekstslide
Lithosfeer
(vast = gesteente)
100-150 km dik
oceanische korst en continentale korst
drijft op asthenosfeer
Asthenosfeer
(plastisch = vervormbaar)
onderdeel v/d mantel
hoge temperatuur
plastisch
100-500 km diep
Slide 8 - Tekstslide
Slide 9 - Tekstslide
Slide 10 - Tekstslide
Maak de dwarsdoorsnede af
De vorming van nieuwe korst
Vind plaats op de rode gebieden
Slide 11 - Tekstslide
binnenkern
buitenkern
Asthenosfeer
Binnenmantel
Buitenmantel
Continentale korst
Oceanische korst
Slide 12 - Sleepvraag
Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming
Slide 13 - Sleepvraag
Continentale korst bestaat met name uit:
Graniet
2,8 massa (lichter)
Dikker
Oud
Oceanische korst bestaat met name uit:
Basalt 3,0 massa (zwaarder)
Dunner
Jong
Slide 14 - Tekstslide
Een divergente plaatgrens is in de plaattektoniek een grens tussen twee tektonische platen, waar de beweging divergent is (de platen bewegen van elkaar af).
Bij divergente plaatgrenzen beweegt de lithosfeer uit elkaar, zodat materiaal uit de diepere en warmere asthenosfeer omhoog stroomt naar het oppervlak. Dit gaat gepaard met vulkanisme en de vorming van nieuwe oceanische korst aan de plaatgrens. Beide platen groeien daardoor gemiddeld met dezelfde snelheid aan bij de plaatgrens.
Divergente plaatbeweging
Slide 15 - Tekstslide
Oost-Afrikaanse rift-zone
Slide 16 - Tekstslide
Slide 17 - Tekstslide
Opdrachten 5a,b uit de Geo
Ontwikkeling van de Oost-Afrikaanse rift-zone
Slide 18 - Tekstslide
Slide 19 - Tekstslide
www.vulkanisme.nl
Slide 20 - Link
Platentektoniek
Welke krachten leiden tot platentektoniek?
Plaatbewegingen zijn het resultaat van een duwkracht vanuit de (mid)oceanische rug (ridge push) en een trekkracht als gevolg van het wegduiken van de oceanische korst bij een subductiezone (slab pull)
Slide 21 - Tekstslide
platentektoniek
Er zijn drie typen plaatgrenzen: convergente (waar platen naar elkaar toe bewegen), divergente (waar platen van elkaar af bewegen) en transforme (waar platen langs elkaar bewegen).
Slide 22 - Tekstslide
Slide 23 - Tekstslide
Subductie?
Subductie is het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift. Onder convergente plaatgrenzen vindt convectie plaats van de lithosfeer (de aardkorst en een deel van de mantel). De zwaardere en koude oceanische korst, met de bovenliggende sedimenten, duikt onder de lichtere en warme continentale of een andere oceanische korst.