Platentektoniek, vulkanisme en aardbevingen

         Platentektoniek, aardbevingen en vulkanisme
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslide en 8 videos.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

         Platentektoniek, aardbevingen en vulkanisme

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Video

Oceanische korst is...
A
Dun & zwaar
B
Dun & licht
C
Dik & zwaar
D
Dik & licht

Slide 3 - Quizvraag

Stelling 1: De continentale korst is zwaarder dan de oceanische korst.
Stelling 2: De continentale korst bestaat uit basalt.
A
Beide zijn juist
B
Beide zijn onjuist
C
1 is juist, 2 onjuist
D
1 is onjuist en 2 juist

Slide 4 - Quizvraag

Wat is de juiste opbouw van de aarde, van binnen naar buiten?
A
binnenkern -buitenkern - mantel - aardkorst
B
aardkorst - mantel - binnenkern - buitenkern
C
mantel - aardkorst binnenkern- buitenkern
D
mantel - aardkorst - buitenkern - binnenkern

Slide 5 - Quizvraag

Slide 6 - Video

Slide 7 - Video

2 beweringen:
1. Slab pull vindt plaats bij een midoceanische rug
2. De dichtheid van oudere afgekoelde aardkorst is groter dan de dichtheid van minder oude aardkorst

A
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
B
Bewering 2 is juist, 1 onjuist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Video

Hoe kun je m.b.v. platentektoniek verklaren waarom er in de Nederlandse ondergrond steenkool en zout voorkomt?

Slide 10 - Open vraag

Slide 11 - Video

Vulkanisme komt vulkanisme meestal voor
A
aan de plaatgrens
B
bij gebergtevorming
C
Midden op de plaat
D
op de continentale plaat

Slide 12 - Quizvraag

Een effusieve uitbarsting hoort bij:
A
Transforme beweging
B
Divergente beweging
C
Convergente beweging
D
Hotspots

Slide 13 - Quizvraag

Welk plaatje laat een calderavulkaan zien?
A
B
C
D

Slide 14 - Quizvraag

Koppel de woorden aan de juiste breuklijn. 
Transform
divergent 
Convergent
Geen vulkanisme
Effusief vulkanisme
explosief vulkanisme

Slide 15 - Sleepvraag

2 beweringen:
1. Hoe dieper de plek in de aardkorst waar de aardbeving ontstaat, hoe groter het gebied dat de trilling zal voelen
2. Het epicentrum is de plek waar de aardbeving ontstaat

A
Bewering 1 is juist, 2 onjuist
B
Bewering 2 is juist, 1 onjuist
C
Beide beweringen zijn juist
D
Beide beweringen zijn onjuist

Slide 16 - Quizvraag

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video

Slide 19 - Video

Wat is een plooiingsgebergte?
A
Gebergte dat ontstaat door het botsen van platen
B
Gebergte dat ontstaat door het langs elkaar schuren van platen
C
Gebergte dat ontstaat door het uit elkaar schuiven van platen
D
Gebergte dat ontstaat door ijs, water en wind

Slide 20 - Quizvraag

Welke term hoort er niet bij een breukgebergte?
A
Horsten
B
Divergente kracht
C
Convergente kracht
D
Slenken

Slide 21 - Quizvraag

Maak de juiste combinatie
Breukgebergte
Plooiingsgebergte
Convergente plaatgrens
Divergente plaatgrens

Slide 22 - Sleepvraag

wat is 'de schaal van Richter?'
A
waar de aardbeving het ergst is
B
schaal die de richting van de aardbeving aanwijst
C
een meetinstrument voor de temperatuur
D
schaal waarmee de zwaarte van aardbevingen wordt aangegeven

Slide 23 - Quizvraag

Hoeveel sterker is 8 op de schaal van Richter dan 6 op de schaal van Richter?
A
100 keer
B
10 keer
C
2 keer
D
200 keer

Slide 24 - Quizvraag

timer
1:00
continentale korst 
Oceanische korst 
Diepzeetrog
Plooiingsgebergte 
Asthenosfeer
slab pull
Lithosfeer
ruridge push

Slide 25 - Sleepvraag