In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
H.1.1 Ontstaan en opbouw van de aarde
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Beeldfragmenten en vragen!
Het oog geeft aan dat er vragen bij een filmfragment worden gevraagd.
Vraag en antwoord!
Het vraagteken geeft antwoord op gestelde vragen uit de slides. Of geeft vragen die relevenat zijn om te maken uit het boek (de Geo)
Interactieve kaarten en externe weblinks!
De punaise geeft aan dat er een link kan worden bekeken met daarin interactieve kaarten, statistiek of andere websites die relevant zijn voor het onderwerp van de slide.
Tips voor het maken van aantekeningen!
Rode woorden - begrippen die belangrijk zijn voor het SO
Blauwe woorden -begrippen en woorden zijn ter verduidelijking en belangrijk bij het beantwoorden van aardrijkskundige vragen
Slide 3 - Tekstslide
Leerdoelen
Je kan de opbouw van de aarde (binnen- en buitenkern, binnen- en buitenmantel, korst) en de eigenschappen van elke aardschil benoemen.
Je kan de begrippen als 'lithosfeer' en 'asthenosfeer' gebruiken en plaatsen binnen de context van de aardsferen.
Je kan het verschil tussen oceanische korst en continentale korst uitleggen en linken aan de steensoorten: basalt en graniet.
Je kan de aanwezigheid van hitte in de aardkern verlaren aan de hand van convectiestromen.
Slide 4 - Tekstslide
Het actualiteitsbeginsel: the present is the key to the past (het heden is de sleutel tot het verleden). (Het uitgangspunt dat fysische processen zoals die nu plaatsvinden in het verleden ook zo plaatsvonden).
Actualitiesbeginsel/
principe
Opdracht 1a t/m 2b uit de Geo
Slide 5 - Tekstslide
Zand en ander materiaal sedimenteert laag op laag over miljoenen jaren heen.
Het uitsnijden van een dal door een rivier over miljoenen jaren heen.
Voorbeelden van het actualiteitsbeginsel
Slide 6 - Tekstslide
Aardprocessen zijn als volgt in te delen
Endogeen = processen in binnenste van de aarde
Exogeen = processen buiten de aarde
Slide 7 - Tekstslide
Opbouw van de aarde
Opdracht 3a t/m 3c uit de Geo
Slide 8 - Tekstslide
Opbouw van de aarde
Opdracht 3a t/m 3c uit de Geo
Vast of hard?
Slide 9 - Tekstslide
Maak de dwarsdoorsnede af
De vorming van nieuwe korst
Vind plaats op de rode gebieden
Slide 10 - Tekstslide
binnenkern
buitenkern
Asthenosfeer
Binnenmantel
Buitenmantel
Continentale korst
Oceanische korst
Slide 11 - Sleepvraag
Lithosfeer
(vast = gesteente)
drijft op asthenosfeer
oceanische korst en continentale korst
Asthenosfeer
(plastisch = vervormbaar)
onderdeel v/d mantel
hoge temperatuur
vervormbaar
Slide 12 - Tekstslide
Lithosfeer bestaat uit:
Oceanische korst
Continentale korst
Slide 13 - Tekstslide
Tektonische platen
Ken jij de drie plaatbewegingen?
Slide 14 - Tekstslide
Supercontinent cyclus
Slide 15 - Tekstslide
Convergente breuk
Divergente breuk
Transforme breuk
Nieuwe aardkorst
Aardbevingen
Korst verdwijnt
Mid-oceanische rug
Gebergtevorming
Slide 16 - Sleepvraag
Interne hitte van de aarde
De aarde haalt zijn hitte van:
Restantwarmte van vorming aarde
Interne chemische processen
Inslagen van meteorieten
Slide 17 - Tekstslide
Continentale korst bestaat met name uit:
Graniet
Licht
Dikker
Oud
Oceanische korst bestaat met name uit:
Basalt Zwaar
Dunner
Jong
Slide 18 - Tekstslide
Een divergente plaatgrens is in de plaattektoniek een grens tussen twee tektonische platen, waar de beweging divergent is (de platen bewegen van elkaar af).
Bij divergente plaatgrenzen beweegt de lithosfeer uit elkaar, zodat materiaal uit de diepere en warmere asthenosfeer omhoog stroomt naar het oppervlak. Dit gaat gepaard met vulkanisme en de vorming van nieuwe oceanische korst aan de plaatgrens. Beide platen groeien daardoor gemiddeld met dezelfde snelheid aan bij de plaatgrens.
Plaatbewegingen zijn het resultaat van een duwkracht vanuit de (mid)oceanische rug (ridge push) en een trekkracht als gevolg van het wegduiken van de oceanische korst bij een subductiezone (slab pull)
Slide 21 - Tekstslide
Subductie?
Subductie is het proces waarbij een oceanische plaat onder een andere oceanische of continentale plaat schuift. Onder convergente plaatgrenzen vindt convectie plaats van de lithosfeer (de aardkorst en een deel van de mantel). De zwaardere en koude oceanische korst, met de bovenliggende sedimenten, duikt onder de lichtere en warme continentale of een andere oceanische korst.
*Vulkanische activiteit is altijd vindt verder plaats dan waar de plaat subduceerd