nabespreken teksten

Leerdoelen
Standpunten en argumenten herkennen
Feitelijke van waarderende argumenten onderscheiden
Uitleggen hoe een argument een standpunt ondersteunt
Kritisch kijken naar een redenering
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Leerdoelen
Standpunten en argumenten herkennen
Feitelijke van waarderende argumenten onderscheiden
Uitleggen hoe een argument een standpunt ondersteunt
Kritisch kijken naar een redenering

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

Kijk naar de titel Erfbelastting is zo gek nog niet. Wat zou het standpunt van de auteur zijn?

Slide 3 - Open vraag

Waar in de de tekst vind je het standpunt van de auteur?

Slide 4 - Open vraag

Wat is het belangrijkste argument van de auteur? Zet ook de regelnummers erbij!

Slide 5 - Open vraag

In alinea 2 staan bijna alleen maar feitelijke uitspraken. Hoe kan het dat er toch een oordeel doorschemert?

Slide 6 - Open vraag

Leg uit: erfbelasting is geen belasting op verdriet maar juist op geluk.

Slide 7 - Open vraag

Welke term past het best bij alinea 5
A
argument
B
betoog
C
tegenargument
D
weerlegging

Slide 8 - Quizvraag

Welke term past het bestt bij alinea 6?
A
argument
B
betoog
C
tegenargument
D
weerlegging

Slide 9 - Quizvraag

Leg je antwoord uit

Slide 10 - Open vraag

En dan nog dit
Op p. 102 zie je 6 beinvloedingsstrategieën die altijd werken
Een beroep op: wederkerigheid, schaarste, autoriteit, sympathie, consistentie en sociale bewijskracht

Slide 11 - Tekstslide

Opdracht: stel je wilt naar een coronafeestje en je moet je ouders overtuigen. Welk argument past bij het principe van wederkerigheid

Slide 12 - Open vraag

Opdracht: stel je wilt naar een coronafeestje en je moet je ouders overtuigen. Welk argument past bij het principe van consistentie

Slide 13 - Open vraag

Opdracht: stel je wilt naar een coronafeestje en je moet je ouders overtuigen. Welk argument past bij het principe van sociale bewijskracht

Slide 14 - Open vraag

Opdracht: stel je wilt naar een coronafeestje en je moet je ouders overtuigen. Welk argument past bij het principe van sympathie

Slide 15 - Open vraag

Opdracht: stel je wilt naar een coronafeestje en je moet je ouders overtuigen. Welk argument past bij het principe van autoriteit

Slide 16 - Open vraag

Opdracht: stel je wilt naar een coronafeestje en je moet je ouders overtuigen. Welk argument past bij het principe van schaarste

Slide 17 - Open vraag

Er zijn al zo weinig feestjes geweest het laatste jaar, dit is mijn enige kans om mijn vrienden te zien.
A
sympathie
B
schaarste
C
wederkerigheid
D
autoriteit

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Maak tekst 2: Ouders moeten hun houding over gamen aanpassen

Slide 19 - Tekstslide