6.2 kwadratische formules

• Wiskunde
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 1

kwadratische formules

Deze les:

Leerdoel:

Je kunt rekenen met kwadratische formules.

Deze les:

- Herhaling kwadraten en wortels

- Formules met kwadraten + oefenen

14​2​​=

√​36​​​=

Wat is de formule?

a=n​2​​

Aantal stippen = nummer van het figuur in het kwadraat

a=n​2​​

Hoe veel stippen heeft nummer 10? 

En nummer 20?

nr.	1	2	3	4	10	20
aant.	4	7	12

Hoe veel stippen heeft nummer 10? 

En nummer 20?

nr.	1	2	3	4	10	20
aant.	4	7	12

a=n​2​​+3

Gegeven is de formule:
Hoeveel stippen zijn er bij nummer 8?

a=n​2​​+3

Gegeven is de formule:
Hoeveel stippen zijn er bij nummer 7?

a=n​2​​+2

a=n​2​​+3

Ik kan de formule invullen en het aantal stippen berekenen

😒🙁😐🙂😃

Formules met x en y

Formules met x en y

Dit zijn allemaal voorbeelden van kwadratische formules.

y=x​2​​−8

y=(x+1)​2​​+3

y=8x​2​​+4

Formules met x en y

x = 5 geeft:

y=x​2​​−8

y=(x+1)​2​​+3

y=5​2​​−8

y=25−8=17

y=(5+1)​2​​+3

y=6​2​​+3

y=36+3=39

Bereken y voor x = 3

y=x​2​​+4

Bereken y voor x = 5

y=(x−1)​2​​+5

Let op:

Het kwadraat van -5 is (-5)^2,

^{dus haakjes zetten}

Bereken y voor x = - 9

y=(x+5)​2​​

Ik kan y berekenen voor een gegeven x

😒🙁😐🙂😃

6.3 kwadratische formules

Wat moet er op de plek van het vraagteken staan?

Wat moet er op de plek van het vraagteken staan?

Wat moet er op de plek van het vraagteken staan?

y=x​2​​−2

Stappenplan parabool tekenen:

1. maak een tabel 

2. maak een assenstelsel

3. zet de punten van je tabel in het assenstelsel

4. teken de grafiek (een vloeiende lijn)

Ik snap hoe ik een parabool moet tekenen

😒🙁😐🙂😃

Maak je je huiswerk op de computer?

Grafiek tekenen doe je zo:

          Zo zet je de punten in de grafiek

           Zo trek je er een lijn doorheen

VOORBEELDSOM met parabool

y=−0,5⋅0​2​​+4,5

y=−0,5⋅0​​​+4,5

y=0+4,5=4,5

Hoe hoog is het viaduct?

Dus het viaduct is 4,5 meter hoog

y=−0,5⋅0​2​​+4,5

y=−0,5⋅0​​​+4,5

y=0+4,5=4,5

Hoe hoog is het viaduct?

Dus het viaduct is 4,5 meter hoog

y=−0,5⋅0​2​​+4,5

y=−0,5⋅0​​​+4,5

y=0+4,5=4,5

Hoe hoog is het viaduct?

Dus het viaduct is 4,5 meter hoog

y=−0,5⋅0​2​​+4,5

y=−0,5⋅0​​​+4,5

y=0+4,5=4,5

Hoe hoog is het viaduct?

Dus het viaduct is 4,5 meter hoog

y=−0,5⋅0​2​​+4,5

y=−0,5⋅0​​​+4,5

y=0+4,5=4,5

Hoe hoog is het viaduct?

Dus het viaduct is 4,5 meter hoog