Je leert de aantekeningen voor de aankomende toets
A
Verkennend
B
Globaal
C
Intensief
D
Gericht
Slide 22 - Quizvraag
Je wil weten of je je medicijnen op een nuchtere maag moet innemen en je leest de bijsluiter
A
Verkennend
B
Globaal
C
Gericht
D
Intensief
Slide 23 - Quizvraag
Er ligt een krant op tafel en je moet even wachten. Je bent benieuwd of er iets in staat en je wilt de tijd doden.
A
Verkennend
B
Globaal
C
Gericht
D
Intensief
Slide 24 - Quizvraag
Je hebt nieuwe medicijnen en je leest de bijsluiter.
A
Verkennend
B
Globaal
C
Gericht
D
Intensief
Slide 25 - Quizvraag
Soorten vragen
Open vragen
Gesloten vragen
Controle vragen
Suggestieve vragen
Slide 26 - Tekstslide
De betekenis van onbekende woorden vinden
Doorlezen of -luisteren
Gebruik maken van de context. Bijvoorbeeld: “in die patisserie kochten we heerlijke chocoladetaartjes en roomsoesjes.’Je kunt hier wel raden dat een patisserie een banketbakkerij is.
Woorddelen herkennen Bijvoorbeeld: het woord "circuleren" bevat het woord cirkel. Een cirkel is rond, dus "circuleren" zal rondgaan betekenen.