Oefenen met fictie groepsgesprek (les 1)

Oefenen met fictie
V1
Periode 3
2022-2023
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Oefenen met fictie
V1
Periode 3
2022-2023

Slide 1 - Tekstslide

Volgende lessen:
1.    Schrijver
2. Beoordelingswoorden (minimaal 3 argumenten)
3.    Genre
4.    Vertelperspectief




Zie ook opdracht SomToday>vakken Nederlands
Deze les:
5.    Personages (hoofdpersonen en bijfiguren (helper/tegenstander, karaktereigenschappen, onderlinge relaties)
6.    Tijd (in welk tijd speelt het verhaal? Hoe weet je dat? Chronologie, verteltijd, vertelde tijd)
7.    Spanning (op welke manier bouwt de schrijver spanning op?)


Slide 2 - Tekstslide

Drie takken links
1.    Schrijver
2. Beoordelingswoorden (minimaal 3 argumenten)
3.    Genre
4.    Vertelperspectief




Zie ook opdracht SomToday>vakken Nederlands
Vandaag oefenen met drie takken rechts:
5.    Personages (hoofdpersonen en bijfiguren (helper/tegenstander, karaktereigenschappen, onderlinge relaties)
6.    Tijd (in welk tijd speelt het verhaal? Hoe weet je dat? Chronologie, verteltijd, vertelde tijd)
7.    Spanning (op welke manier bouwt de schrijver spanning op?)


Slide 3 - Tekstslide

Aan de slag! Film kijken!
Daarna: theorie & vragen over filmfragment.

Doelen:
- Je oefent met de begrippen voor het groepsgesprek over jouw gelezen boek.
- Je begrijpt wat de begrippen betekenen.
- Je kunt deze begrippen uitleggen aan de klas.

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

In welke tijd speelt het verhaal zich af? Hoe zie je dat?

Slide 6 - Open vraag

Spanning 
  • Achterhouden van informatie
  • Spelen met tijd/vertragen van tijd
  • Terugverwijzing en vooruitverwijzing
  • Spanningsboog (tijd tussen begin open plek en antwoord)
  • Gedrag hoofdpersoon
  • Verhaalruimte/decor verhaal (setting)- weer/ donker etc.
  • Voorwerpen
  • In een film: achtergrond muziek, ook verhaalruimte/decor, voorwerpen etc.

Slide 7 - Tekstslide

Op welke manieren wordt de spanning in het begin van de film opgebouwd? Noem er minimaal drie.

Slide 8 - Open vraag

Hoofdpersonen, medespelers
Hoofdpersoon: belangrijkste persoon uit het verhaal. Je komt veel over hem/haar/het te weten.

Bijfiguren (medespeler): minder belangrijk dan de hoofdpersoon. Spelen een rol in het leven van de hoofdpersoon. Kunnen helpers/tegenstanders zijn van de hoofdpersoon. Rol kan ook wisselen.

Bijfiguren (figurant:)op de achtergrond aanwezig in het verhaal. Is er ter 'aanvulling'. Je weet amper iets over deze persoon.

Slide 9 - Tekstslide

Wie is de hoofdpersoon van het verhaal?
A
Van Beusekom
B
De Vries
C
Michael
D
Michiel

Slide 10 - Quizvraag

Noem 3 bijfiguren en geef ook in je antwoord aan of het om een helper/tegenstander gaat.

Slide 11 - Open vraag

Is het verhaal chronologisch?
A
Ja
B
Nee

Slide 12 - Quizvraag

Wat is de vertelde tijd?
A
De tijd die het verhaal praktisch in beslag neemt (aantal blz. minuten)
B
De tijd die in het verhaal verstrijkt

Slide 13 - Quizvraag

Vertelde tijd of vertel tijd
Vertelde tijd = tijd die in het verhaal verstrijkt (bijvoorbeeld 10 jaar, 1 dag, 1 schooljaar, 24 uur).

Vertel tijd = tijd die het verhaal praktisch gezien in beslag neemt (bijvoorbeeld 232 bladzijden, 6 uur en 10 minuten om het verhaal te lezen, 123 minuten bij een speelfilm).

Slide 14 - Tekstslide

Karaktereigenschappen hoofdpersoon

Slide 15 - Tekstslide

Hoe zou je het karakter van Michiel omschrijven? Noem 2 eigenschappen.

Slide 16 - Open vraag

Zou je vrienden kunnen worden met Michiel? Leg uit waarom wel/niet.

Slide 17 - Open vraag

Einde les

Slide 18 - Tekstslide