Entree Voorraad

Module II - Voorraadbeheer
Producten bestellen

Deel 1 van 2
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
LogistiekMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Module II - Voorraadbeheer
Producten bestellen

Deel 1 van 2

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Waarom ben jij zo belangrijk?
Retail: Jij zorgt dat je de voorraad bijhoud. Wat niet op voorraad is kan je niet verkopen.
Logistiek: Jij zorgt dat alles goed opgeslagen word. Moet iets bijvoorbeeld fifo of lifo opgeslagen worden?
Administratie: Jij zorgt dat de voorraad in het systeem ook klopt! Zo komt het bedrijf niet voor vervelende verrassingen te staan.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leerdoelen
1. Wanneer is er sprake van dreigende tekorten?
2. Hoe zoek je uit waar je de beste producten kan (bij)bestellen?
3. Hoe voer je in opdracht bestellingen uit?




Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat denk jij als je voor een leeg schap staat?

Slide 4 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is hier aan de hand?

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soort artikelen moet jij bestellen op je stage?
Bedenk van één artikel welke vervelende situatie niet op tijd besteld is en op is.

Slide 6 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Fastmovers en slowmovers
  • Fastmovers: veel verkocht
  • Slowmovers: weinig verkocht
  • Bepaalde de plek in het magazijn

De slee was afgelopen winter een fastmover.

Slide 7 - Tekstslide

Er zijn producten die veel verkocht worden en producten die minder goed verkopen. De producten die veel verkocht worden, noem je fastmovers. Producten die minder goed lopen, noem je slowmovers. Dit kan aan verschillende factoren liggen. Denk bijv. aan het seizoen, in de winter zal een slee beter verkopen dan in de zomer. De locatie waar je goederen opslaat die je veel verkocht is ook van belang. Producten die je veel verkoopt moet je op een plek in het magazijn leggen waar je makkelijk bij komt, bijv. vooraan en onderaan in de stelling. Producten die niet veel verkocht worden kun je wat meer achteraan en bovenaan plan. 
Minimale voorraad: wat het bedrijf minimaal nodig heeft om een week lang te kunnen gebruiken of verkopen. Als de voorraad minimaal is dan is dat het moment om te bestellen.

 Maximale voorraad: voorraad die er op zijn hoogst mag zijn. Het bedrijf bepaalt dit, op basis van beschikbare ruimte en kosten van opslag.

Seizoensvoorraad: bv. pepernoten met Sinterklaas

Actievoorraad: voorraad die je hebt voor speciale acties: hamsterweken/1+1 gratis

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Welke soorten voorraad ken je?

Slide 9 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat betekent omloopsnelheid?

Slide 10 - Open vraag

 Hoe snel een product op gaat
Omloopsnelheid
Is dus hoe vaak de gemiddelde voorraad, uitgedrukt in stuks, verkocht is in een bepaalde periode
Formule: 

                 afzet in stuks                  
gemiddelde voorraad in stuks

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat gebeurt er als de omloopsnelheid onverwachts omhoog gaat??

Slide 12 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Dreigend tekort
Als er een tekort dreigt te ontstaan (de huidige voorraad is kleiner dan de minimumvoorraad), dan moet je artikelen gaan bestellen. Dit kun je zien op de voorraadkaart.

DOEL: Je kunt bepalen of de huidige voorraad kleiner is dan de minimumvoorraad.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Offertes
Offertes: je vraagt om informatie, je koopt nog niks. Je doet dit bij meerdere bedrijven zodat je offertes kunt vergelijken.
- prijzen
- levertijd
- aanbiedingen
- algemene leveringsvoorwaarden

Slide 15 - Tekstslide

Algemene leveringsvoorwaarden: of je artikelen terug kunt sturen en wie de verzendkosten betaalt.

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een bedrijf heeft over het afgelopen jaar een gemiddelde voorraad van 25.000 stuks. De afzet over het afgelopen jaar is 275.000 stuks.
Bereken de omloopsnelheid

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 19 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 20 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Boekje 9:
3, 5, 6, 7, 8, 9, 10, 11, 12, 13, 15, 16 en 18

*8 en 10 zijn zeer geschikt ter onderbouwing van je CGI!

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies