Middelen en werkwijzen waarmee je de dagelijkse gang naar het toilet voor de cliënt kunt bevorderen, zijn:
Aanpassingen in de toiletruimte, zoals een toiletverhoger en armsteunen, voldoende ruimte en een handig te bedienen bel zodat de cliënt kan laten weten dat hij klaar is.
Als een cliënt niet meer mobiel is en in bed op de po moet, ondersteun je de cliënt door hem zo comfortabel mogelijk te helpen. Zet de hoofdsteun omhoog of steun de rug van de cliënt met kussens. Overleg met de cliënt of hij ook de bedhekken omhoog wil hebben om zo veilig mogelijk op de po te zitten. Zorg ervoor dat de cliënt ongestoord kan toiletteren.
Let bij de ondersteuning van de cliënt op je eigen houding en het gebruik van je armen en schouders. Als het voor de cliënt geen probleem is dat een mantelzorger helpt, maak dan gebruik van deze hulp. Ondersteun eventueel de mantelzorger door instructies te geven over een handige werkwijze. Je kunt ook de mantelzorger vragen welke werkwijze altijd wordt gebruikt bij het toiletteren. Mogelijk voelen cliënt en mantelzorger zich daar comfortabeler bij omdat ze deze manier herkennen.
Na het defeceren maak je de anus schoon met toiletpapier en was je hem zo nodig. Het is raadzaam om hierbij wegwerphandschoenen aan te trekken. De geur bestrijd je zo nodig met een luchtverfrissende spray.
Wees bij het opruimen van de po en de ontlasting alert op de hygiëne. Ontlasting van een cliënt kan ook jou besmetten met ziekteverwekkende micro-organismen.