14.1.1 hoofdletters en kleine letters
14.1.2 punt, vraagteken en uitroepteken
14.1.3 komma
14.1.4 dubbele punt
14.2.20 meervoud van zelfstandige naamwoorden
14.3.1 werkwoorden vervoegen
14.3.2 werkwoorden vervoegen
14.3.3 persoonsvorm tegenwoordige tijd
14.3.4 stam
14.3.5 persoonsvorm verleden tijd
14.3.6 voltooid deelwoord
16.1.9 gebruik passende signaalwoorden (stijlregel 9)
Alle gemaakte opdrachten