Grammatica: bijvoegelijk naamwoord
1 / 45
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Video
Slide 4 - Tekstslide
Slide 5 - Tekstslide
De oude man kocht toch nog
een nieuwe fiets
een nieuwe fiets
Slide 6 - Open vraag
Die stille jongen kreeg
een prachtig boek.
een prachtig boek.
Slide 7 - Open vraag
In die drukke straat stonden veel
nieuwe huizen
nieuwe huizen
Slide 8 - Open vraag
Jan fietste met een grote vaart over dat kleine bruggetje.
Slide 9 - Open vraag
Dat nieuwe boek in die grijze
kaft is prachtig.
kaft is prachtig.
Slide 10 - Open vraag
Ik lust geen koude chocolademelk.
Slide 11 - Open vraag
Vader kreeg een boze brief van onze nieuwe meester.
Slide 12 - Open vraag
Die vervelende jongen verscheurde zijn mooie tekeningen.
Slide 13 - Open vraag
Er stonden veel rode rozen en witte lelies in die verwaarloosde tuin.
Slide 14 - Open vraag
In het donkere bos stonden heel wat oude dennen.
Slide 15 - Open vraag
De oude man scheen angstig.
Slide 16 - Open vraag
Er zwom een oranje vis in die
kleine vijver.
kleine vijver.
Slide 17 - Open vraag
Er stond een jonge meester voor
de klas.
de klas.
Slide 18 - Open vraag
Ze gingen allemaal naar het
nieuwe zwembad.
nieuwe zwembad.
Slide 19 - Open vraag
Er zat paarse inkt in die
blauwe inktpot.
blauwe inktpot.
Slide 20 - Open vraag
Waar heeft die deftige heer gewoond?
Slide 21 - Open vraag
In dat grote huis met die stenen trap ervoor.
Slide 22 - Open vraag
Dat huis met die rode dakpannen?
Slide 23 - Open vraag
Ja, en met dat ronde venster boven die groene deur.
Slide 24 - Open vraag
Mijn moeder houdt van oude kaas.
Slide 25 - Open vraag
In dat donkere bos word ik bang.
Slide 26 - Open vraag
Die grote bomen en dat
geheimzinnig geritsel, bah
geheimzinnig geritsel, bah
Slide 27 - Open vraag
De ondeugende jongens hadden een groot vuur gemaakt.
Slide 28 - Open vraag
De oude boswachter was verschrikkelijk boos.
Slide 29 - Open vraag
'Daardoor kan een flinke bosbrand ontstaan,'zei hij.
Slide 30 - Open vraag
Dat verwaarloosde huis stort bijna in.
Slide 31 - Open vraag
Het lijkt wel een ruïne.
Slide 32 - Open vraag
Er liep een witte muis door de kamer.
Slide 33 - Open vraag
Onze grijze kat had hem meteen te pakken.
Slide 34 - Open vraag
Arm muisje, er bleef niet veel van hem over.
Slide 35 - Open vraag
Er liggen weer veel oude bladeren op ons nieuwe tegelpad.
Slide 36 - Open vraag
Dat pad wordt daardoor helemaal vuil.
Slide 37 - Open vraag
Deze deftige heer woont in een
klein dorp.
klein dorp.
Slide 38 - Open vraag
Hij heeft daar een prachtige villa gekocht.
Slide 39 - Open vraag
Zijn tuin staat vol oude bomen en bloeiende planten.
Slide 40 - Open vraag
Hij is vast een gelukkig man.
Slide 41 - Open vraag
De beste stuurlui staan aan wal.
Slide 42 - Open vraag
De kundige kapitein trok zich daar niets van aan.
Slide 43 - Open vraag
Hij stuurde zijn nieuwe schip de
nauwe sluis in.
nauwe sluis in.
Slide 44 - Open vraag
Later voer het onbeschadigde schip weer verder.
