Je moet het coördinaat van het omslagpunt kunnen berekenen
Stap 1: schrijf de vergelijking op van de twee formules
Stap 2: los de vergelijking op
Stap 3: stop de uitkomst van de formule in één van de twee formules.
Stap 4: je hebt het coördinaat gevonden
Slide 3 - Tekstslide
Stap 1: 7x - 2 = 4x + 10
Slide 4 - Tekstslide
Stap 1: 7x - 2 = 4x + 10
Stap 2: 7x - 2 = 4x + 10
-4x -4x
3x - 2 = 10
+2 +2
3x = 12
:3 :3
x = 4
Slide 5 - Tekstslide
Stap 1: 7x - 2 = 4x + 10
Stap 2: 7x - 2 = 4x + 10 Stap 3: getal 4 in één formule
-4x -4x 7 x 4 - 2 =
3x - 2 = 10 28 - 2 = 26
+2 +2 of
3x = 12 4 x 4 + 10 =
:3 :3 16 + 10 = 26
x = 4
Slide 6 - Tekstslide
Stap 1: 7x - 2 = 4x + 10
Stap 2: 7x - 2 = 4x + 10 Stap 3: getal 4 in één formule
-4x -4x 7 x 4 - 2 =
3x - 2 = 10 28 - 2 = 26
+2 +2 of
3x = 12 4 x 4 + 10 =
:3 :3 16 + 10 = 26
x = 4 Stap 4: coördinaat (4,26)
Slide 7 - Tekstslide
Aan de slag
Maken
8.5
timer
1:00
Slide 8 - Tekstslide
Voorbeeld
Zoek bij de onderstaande situatie het coördinaat van het omslagpunt.
Stappenplan
Stap 1: vergelijking maken
Stap 2: vergelijking oplossen
Stap 3: gevonden waarde in formule
Stap 4: coördinaat opschrijven
Slide 9 - Tekstslide
paragraaf 8 havo: ongelijkheden oplossen
Bij een ongelijkheid ga je niet kijken wanneer de ene formule evenveel is als de andere, maar juist wanneer de ene formule groter of kleiner is dan de andere.
Daarvoor gebruik je de volgende tekens: < en >
Slide 10 - Tekstslide
Ongelijkheden oplossen
Stap 1 en 2 zijn dus hetzelfde als een "gewone" vergelijking oplossen. Hier kun je dus al punten mee verdienen!
Slide 11 - Tekstslide
ongelijkheden oplossen
Stappenplan
Maak de vergelijking die bij de ongelijkheid hoort.
2
Los de vergelijking op!
Dit hebben we gehad in paragraaf 9.1
Balansmethode
3
Geef op een getallenlijn aan of ze wel of niet voldoen aan de ongelijkheid.
Zet een = teken bij de oplossing.
Zet een krul of "g" bij wat klopt en een kruisje of "f".